Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Zijden stad – Dito’Dito/KVS 2 November 2005

Zijden stad is opnieuw een sociaalartistiek project van KVS en Dito’Dito. De voorstelling werd gemaakt door een zeer diverse ploeg van mensen. Mensen met een andere culturele achtergrond. Met een verschillend artistiek verleden. Met een andere huidskleur. Deze groep mensen heeft de voorstelling gemaakt op basis van hun eigen individuele ervaringen en van hun eigen blik op het leven in de stad. In de voorbereidingsfase begeleidt Alain Platel het werkproces. Later neemt de Slovaakse theatermaker en danser Jozef Fruček dit van hem over.

De voorstelling begint met een sterk beeld. Het decor bestaat uit kleine, houten boxen die achteraan op scène naast en op elkaar gestapeld staan. De acteurs hebben elk hun box. Elk hun private en afgebakende territorium. De behoefte aan beschutting en private ruimte heeft evenwel ook gevolgen. Het geheel doet immers denken aan vee dat opeengepakt zit in te kleine kooien. Elkeen zit in de box gekneld, zonder enige bewegingsruimte. Zonder vrijheid. Een enkeling draait zelfs rondjes in de box, als een rat in een draaiend wiel. Het beeld lijkt de dichtbevolktheid van de stad te weerspiegelen.

Vooraan op scène hangt een grote zandloper tegen het plafond. Traag en langzaam druppelt het zand als zachte regen naar beneden. Op het podium ontstaat een kleine zandberg. Hoewel het onophoudelijk vallende zand een zekere rust brengt, impliceert haar constante aanwezigheid ook een strijd. Het zand symboliseert het voortgaan van de tijd. Langzaam maar zeker. Bijgevolg symboliseert het ook de race van de mens tegen de tijd. De levenslange strijd om iets zinvols met het leven te doen.

Tegen de achtergrond van deze zandloper vinden namelijk allerlei acties plaats. Handelingen die de snelheid en het individualisme van het stedelijke leven lijken te weerspiegelen. Op scène huppelen mensen als levende Duracellkonijnen rond, voorgeprogrammeerd om een bepaalde weg in te slaan. Slechts enkelen gaan tegen de stroom in en huppelen voort in een andere richting. Mensen lopen als een gek in een cirkel rond, rennend om de eerste te zijn, de koploper van de groep. Mensen trachten zichzelf te verkopen. Ten koste van de ander.

Deze ruwe kant van het leven wordt afgewisseld door een moment van verstilling. Een moment waarin de herinneringen van de verschillende individuen aan het leven van alledag, een zekere vertedering en herkenbaarheid naar boven brengen. Alle acteurs zitten broederlijk naast elkaar vooraan op scène, wanneer ze zinnen scanderen die fragmenten van hun leven oproepen. De zinnen zorgen ervoor dat de algemeen gekende en veronderstelde problemen van en vooroordelen over de stad en haar inwoners, plaats maken voor een blik achter de oppervlakkigheid. Een blik op de mensen.

Deze dubbelheid tussen de harde realiteit en de eenvoud en warmte die daarachter ligt, komt ook later in de voorstelling terug. Wanneer er in paren gedanst wordt bijvoorbeeld. Naast een koppel waarin de man zijn vrouw afslaat en een man die door het lint gaat omdat hij geen partner heeft en gedwongen wordt tot eenzaamheid, zijn er ook mensen die teder en liefdevol met elkaar dansen.

Hoewel de voorstelling op zoek lijkt te gaan naar de schoonheid die verborgen zit achter de rauwheid van het stedelijke leven, blijft het geheel toch iets te fragmentarisch. De voorstelling is te veel een revue van sketches die aan elkaar geplakt zijn, waardoor de aandacht bij momenten verslapt.

Die aandacht is tijdens de eindscène van de voorstelling echter wel volledig. Ontelbaar veel appels rollen op de grond en iedereen begint er gulzig van te eten. Het roept vragen op die iedereen naar eigen dunken kan beantwoorden. Representeert het binnenschrokken van de appel de gulzigheid van de mens? Of is de appel de verboden vrucht waarvan eenieder zoveel mogelijk wil proeven? Of weerspiegelen de appels de weelde en overvloed die vaak met het stedelijke leven geassocieerd worden? Het antwoord blijft open.


Info: www.kvs.be

Dit artikel werd reeds 43 keer gelezen.auteur(s):Kerensa Verhoosel