Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Platfreudiaanse woordbraaksels.
’t Arsenaal speelt Grieks.
14 Juli 2005

De locatie was knap, de enscenering maakte mooi gebruik van de ruimte. Het spel klopte, maar de tekst overheerste en dat maakte de productie minder aantrekkelijk.

De Casque in Tongeren was vroeger een filmzaal. Daarna was het nog de plek van een kringloopwinkel, en nu speelde ’t Arsenaal uit Mechelen er in het kader van het kunst- en erfgoedfestival Artuatuca Grieks. Het gezelschap zal volgend seizoen deze productie nog op een Mechelse locatie hernemen.

Grieks wordt aangekondigd als een Oedipoes anno 2005. Eddie blikt terug op zijn verleden. Hij ontvluchtte zijn ouders, omdat die bij een waarzegster op de foor gehoord hadden dat hun zoon zijn vader zou vermoorden en met zijn moeder het bed zou delen. Hij kwam in een ijssalon, had daar woorden met iemand, en die persoon kreeg een hartaanval. De vrouw van die man was de dienster in de bar, en die viel direct voor Eddie. Zo gaat dat, nietwaar. Zij vertelde dan dat ze een aantal jaren geleden tijdens een boottochtje op de Schelde tegen een oude mijn zijn gevaren, dat de boel ontploft is, en dat haar nooit gevonden zoontje van twee als dood geregistreerd werd. Blijkt later dat de pleegouders dat jongetje toen uit de Schelde gevist hebben, en het hebben gehouden. Eddie steekt zichzelf niet de ogen uit, hij vindt niet dat hij die Griekse traditie verder moet zetten, en ook is het onnodig dat zijn vrouw/moeder zelfmoord zou plegen. Het was tussen hun échte liefde, en dat kan het noodlot hen niet afpakken. Ondertussen krijgen we wel nog de sfinx en zijn raadsel, heerst er de (politieke) pest, enzovoorts. De verhaallijn hangt wat met haken en ogen aan elkaar. Maar dat deert nog niet zo. De tekst ontsiert het stuk, en helaas maakt die de hoofdbrok uit. Ondanks de locatie en de enscenering. Het publiek zit hoog achterin. Onder hen is er een Elizabethaans podium met een lange catwalk. Links daarvan zitten muzikanten, rechts liggen stukken spiegels. Ook vlak voor het publiek is er een speelplek. Er is een evenwicht tussen het spel beneden en boven: de feiten spelen zich onder af, de monologues intérieurs worden boven gedeclameerd. De sfinx rijst op een hydraulische constructie de hoogte in. De combinatie met muziek en klanken past prima, ook de belichting roept een rauwe dreigende sfeer op. Die sfeer zit inderdaad wel in het stuk, maar wordt ondergraven door de gespuwde teksten. Regisseur Guido Wevers heeft te veel respect voor de tekst gehad. Knipwerk was de redding geweest. Grieks is een stuk van de Brit Steven Berkhoff, en vertaald/bewerkt door Benno Barnard. De verwijzingen naar het rechtse Vlaanderen, zijn monsterkoppig racisme en dergelijke zijn een verplaatsing van de act van het Tachteriaans Engeland naar het huidige Vlaanderen. De rest van de tekst is een overdreven barokke spielerei van Benno Barnard; Het is een woordbraaksel van onmogelijke vergelijkingen en metaforen, een dik in de verf gezet taaltje, een plat freudiaanse gezwel. De kut- en lulwoorden zijn er in anale, genitale, orale en oedipale variaties, en de monologen druipen over van volzinnen. Het zijn die overdreven woordbraaksels die de spelers niet gebekt krijgen. Ben Segers als Eddie, de moderne Oedipoes, en Hilde Van Haesendonck als vrouw-moeder struikelen over de woorden, en krijgen de barokke zinnen maar gedeeltelijk over hun lippen. Dat alles maakt het stuk weinig overtuigend. Ook de teksten van de pleegouders zijn hoogdravend en klinken heel vreemd uit de mond van die eenvoudige mensen. In goede stukken kunnen verheven tekst en gewone personages elkaar complementeren en kan die combinatie een symbiose vormen, hier in deze versie verhouden ze zich – om in de sfeer en het jargon te blijven - als een gerimpelde kut tot een dikke teen.


Meer info over het artuatuca-festival (dat tot 28 augustus duurt) op www.artuatuca.be Zie verder www.tarsenaal.be

Dit artikel werd reeds 134 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens