Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Apocalyptische theaterinstallaties
Kris Verdonck, II
(creatie op het Kunstenfestivaldesarts)
15 Mei 2005

Twee jaar geleden waren theaterinstallaties van Kris Verdonck op het Kunstenfestivaldesarts te zien. Vijf verbond beeldende kunst en theater. Wanneer wordt een beeldend kunstwerk theater, wanneer is theater meer een installatie an sich? In II creëerde Kris Verdonck vijf “momenten of toestanden”: de klassieke dramatische handeling is extreem gereduceerd “tot een bevroren handeling. De menselijke aanwezigheid verdwijnt gedeeltelijk, en een machine, een geluid of een beeld representeert hem.” In de vijf installaties lukt dat bij de ene al wat meer dan bij de andere.

Het publiek wordt door een gids geleid naar een ruimte. Het krijgt een zonnebril op, in het midden staat een apparatuur met lampen. Meer haal ik er niet uit. Het blijkt een technologisch hoogstandje te zijn van ingenieurs van Philips Lighting. Terwijl de rest van de toeschouwers binnensijpelt, lezen we de vertalingen van Heinrich Müller: Verkommerde oever en Landschap met Argonauten. Verdomd zware teksten die in deze omstandigheden niet tot mij doordringen. We krijgen die als het licht feller en feller wordt, in het Duits te horen door Johan Leysen op band. Een verblindend hoogtezon licht. Het moet - volgens de folder - samen met de tekst een beeld geven van “het einde van de wereld”, van de “Apocalyps als een christelijk idee met sterke surrealistische ideeën” of van de reële klimaatveranderingen van nu. Ik voel niets. De tekst doet mij niets, het licht doet me niets, ik wil hier weg, ik heb hier lang genoeg gestaan. We mogen, eindelijk, naar een volgende ruimte. Daar staat een man in hemd en onderbroek met een grote bol over zijn hoofd. Daarin zit een camera, want wat hij zou ‘waarnemen’, zien wij op een scherm. Het zijn visuele impulsen. Die impulsen ontvangt de performer dan auditief. Het zijn gefragmenteerde, stille, afgeblokte beelden, die zigzag schuiven. In vertraging. De persoon loopt door de ruimte, trapt op een batterijoplader, een afstandsbediening, ontwaart een garderobe, doet een colbertje aan, gaat naar een bureau. Als een robot met hoekige bewegingen. De beelden die op het scherm over elkaar heen springen, horen wij en hij als de piepende elektronische industriële klanken. Deze ‘Man’ maakt in het begin indruk, daarna kom je als toeschouwer ook in een soort ‘nulgraad-situatie’. Misschien was dat wel de bedoeling.
In de volgende ruimte is het erg donker. Platte stralen uit spleten belichten heel vaag een soort kooi weer. Daarin kunnen we een vrouwenlichaam ontwaren, gelegen tussen grote pinnen. Een vrouw op een fakir bed, met niet alleen spijkers onder haar rug, maar met lange spijkers langs en over haar. Als je goed en lang genoeg kijkt zie je dat de vrouw ademt, met haar ogen knippert, haar hoofd heel zachtjes van links naar rechts draait. Hier verdwijnt de menselijke aanwezigheid gedeeltelijk. De lichtsterkte golft, wordt nooit krachtig, blijft zwak. Intrigerend. Het wordt nog mooier als je de uitleg van de titel van deze installatie leest: ‘Patent Human Energy’ verwijst naar het gelijknamige patent van Microsoft om de energie van het menselijk lichaam aan te wenden als energiebron voor een GSM of horloge.

In de volgende ruimte nemen we plaats op een tribune. Als het licht uit is, zien we voor ons een man en vrouw, verstrengeld in elkaar. Ze zweven. Ze draaien langzaam rond, en moeten steeds van houding veranderen om niet te vallen. Ze zitten aan elkaar, en aan een mechanisme, een soort grijpkraan. Twee mensen die bij elkaar moeten blijven omdat ze vasthangen aan een machine, twee mensen die elkaar nodig hebben, die elkaar moeten vertrouwen. Vertrouwen om in evenwicht te blijven, met elkaar, met de machine.
De laatste installatie is de mooiste: ‘Rain’. In de begeleidende folder ook hier een verwijzing naar de Apocalyps. Met zelfs een citaat uit de “Openbaring” over hagel en vuur en de verbranding van de aarde. Uit een installatie vallen brandende druppels. Uit blikjes met een vlam rollen druppels. Vallende vuurvliegjes, vallende vuurregen. Blauwe, vurige druppels, die beneden weer doven. Motregen, avondregen. Af en toe worden die druppels vuurblauwe strepen. Striemende regen, herfststorm, maar dat is slechts even. Een regen waar je naar blijft kijken: mooi en ook unheimlich, want het is vuur, vuur dat vernietigt, maar ook dat zuivert. Een ongrijpbare vuurregen houdt je in de ban. Ach, als de Apocalyps er zo zal uitzien, dan eindigen we toch in schoonheid, troost ik mezelf als we de ruimte verlaten.


Info: www.margaritaproduction.be

Dit artikel werd reeds 53 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens