Lieve beelden, te weinig verhaal. Theater Larf speelt Klein Verhaal over Liefde | 31 Maart 2005 |
Klein Verhaal over Liefde is een kinderboek met weinig tekst en met veel illustraties van Marit Törnqvist. Het is het verhaal van een vrouw op een paal in open zee. Menig boot vaart voorbij met vrolijke en rare mensen. Dan vaart een man naar haar toe. Hij verdwijnt. “Wat werd de zee toen kaal!” Voorbijvarende mensen proberen haar te troosten, een storm steekt op. Met het wrakhout bouwt ze een huisje boven op de paal. De man laat zich weer zien, blijft aan de horizon, onbereikbaar. Het huisje stort in, de vrouw drijft op een vlot naar het licht aan de horizon. Het is een mooi geschilderd prentenboek, dat in 1996 bekroond werd met een Zilveren Griffel, en dat ook al menig kindertheater geïnspireerd heeft. Ik verneem van Theater Larf echter, dat zij het eerste theater zijn dat toestemming heeft gekregen van Marit Törnqvist om het boekje te vertalen naar theater. “Dat gaf ons natuurlijk vleugels. Het feit dat Marit ons graag inwijdde in het hele achterland van het boek liet ons achter met een warm en heel intens gevoel.”
Theater Larf is een jong Gents gezelschap van vijf ‘theatermadammen’: Inge Goddijn, Lotte Pinoy, Elke Thijs, Hanne Slock, Tine Van Damme. Zij geven veel dramaworkshops aan scholen, houden toneelateliers en begeleiden langdurige sociaalartistieke projecten. Ze creëren ook eigen producties, en met Klein Verhaal over Liefde hopen ze hun weg te vinden naar kunstencentra en cultuurcentra in Vlaanderen.
Het is een productie voor kleuters geworden. Voor Larf spelen liefde en verliefd zijn een belangrijke rol in de belevingswereld van de kleuter. De verlangens zijn van elke leeftijd, en in dit verhaal van Törnqvist vallen de (liefdes)verlangens van kleuters en volwassenen samen. De productie richt zich dus zowel naar kleuters als naar volwassenen, en daar wringt eigenlijk het schoentje.
Het scènebeeld is mooi. Op een grote paal is een huisje, dat kan ronddraaien. Daarin is een meisje. Ze giet de bloempjes, fluit naar vogeltjes, het huisje draait en één wand is open. Het meisje kookt soep, ruimt wat op. De boten die in het prentenboek voorbijvaren, staan hier op palen. Steeds wordt er eentje belicht. Dat gaat van bananenboot tot een boot met veel feestvierende mensen. Het zijn statische beelden, standbeelden, het voorbijvaren wordt zelfs niet gesuggereerd. De dynamiek wordt in de voorstelling gebracht door de muzikant, die met allerlei instrumenten en objecten voor melodietjes en klanken zorgt, die vooral een sfeer willen inkleuren. Soms is er wel contact tussen het meisje en de muzikant. De muzikant gaat zelfs voor het raam van het huisje staan, maar daarmee stopt de interactie dan ook. Is de muzikant de onbereikbare man? Is hij de naderende en verdwijnende liefde? Het blijft allemaal statisch en vaag. Te vaag. Het is een aaneenrijgen van mooie tableaus vivants die op zich dan weer te lang duren. Het komt over als maakwerk, en niet als een organisch verhaal. Ook de tekst klinkt geforceerd: Ze is te zeer gericht naar volwassenen, ze mist een concrete poëzie die zo eigen aan kleuterversjes kan zijn.
De vertaling van het verhaal naar theater is beperkt gebleven tot mooie visuele en muzikale plaatjes en een paar leuke spelfragmenten. Er zijn dan wel monologen en versjes toegevoegd, maar die zijn vaak overbodig en staan te veel op zichzelf. De productie als geheel mist een opbouw, een theaterspanningsboog. Er is niet alleen te weinig interactie tussen muzikant en meisje, maar ook tussen alle (spel)elementen. Je voelt wel wat de makers willen, maar het komt er nog niet helemaal uit. Het blijft nog te veel het prentenboekje.
Nog tot en met 10 mei, en ook volgend seizoen. Zie www.larf.be
|
| Dit artikel werd reeds 71 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|