Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De Wilde Eend of ... De Roovers, tien jaar later 25 Februari 2005

De Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen schreef in 1884 het toneelstuk De Wilde Eend. Net als in andere stukken van Ibsen doemt ook hier het verleden op in het heden om het onherroepelijk te bepalen. Meer nog, om het een vernietigende slag toe te dienen. Tien jaar geleden besloten de Roovers om van dit stuk hun eerste voorstelling te maken. Anno 2005 zetten ze De Wilde Eend opnieuw op scène.

Het verhaal is redelijk voorspelbaar en de plot heeft een vrij moraliserend karakter. Het gezin Eikdal, bestaande uit vader Hjalmar, moeder Gina en dochter Hedvig, leidt een armoedig, rustig leven. Maar dan komt Gregers Werle opdagen. Een vriend uit het verleden die het gelukkige gezinsplaatje aan diggelen slaat. Hjalmar Eikdals leven is namelijk opgebouwd uit één grote leugen en daaruit wil Werle hem, met de beste bedoelingen, redden. Maar zoals tijdens het stuk al lang aan te voelen is, mislukt dit compleet. Zowel vader als moeder Eikdal worden overvallen door een diepe verlatenheid en eenzaamheid. En hoewel dochter Hedvige niet kan bevatten wat zich precies afspeelt, is ze reddeloos verloren.

Tot zover het verhaal. De enscenering van de Roovers dan. Het eerste wat daaraan opvalt zijn de geschminkte gezichten van de acteurs. Ze doen denken aan de reeks maskerschilderijen die James Ensor tussen 1883 en 1900 maakte. De figuren in deze schilderijen hebben vaak een demonisch karakter en kondigen een naderend onheil aan. Iets wat ook gezegd kan worden over de personages in De Wilde Eend van de Roovers. Hun expressionistische gezichten belichamen reeds hun eigen onheil. De personages zijn demonen van zichzelf. Witte gezichten met donker omrandde ogen of vuurrode wangen geven uitdrukking aan verwrongen grimassen. Burlesk en enigszins macaber tegelijk. Vervreemdend, maar toch ook uitermate veelzeggend. Het gelaat is normaliter een belangrijk uitdrukkingsmiddel voor emoties. Door de grime worden de emoties uitermate uitvergroot, maar het blijft bij één specifieke gezichtsuitdrukking. Bij één gevoel.

De grime is dan ook een eerste aanduiding dat de personages in deze enscenering eerder karikaturen zijn dan wel mensen. Maar niet alleen het uiterlijk van de personages maakt dit duidelijk, het karikaturale komt ook tot uiting in hun gedragingen en opvattingen. Elk van de hoofdpersonages koestert een bepaalde levensopvatting die ze onvoorwaardelijk lijken te koesteren. De jonge Werle heeft maar één doel en dat is Hjalmar Eikdal gelukkig maken door hem te redden. Hij is er stellig van overtuigd dat de waarheid Eikdal het ware geluk zal brengen en blijft deze gedachte tot in het oneindige doorstreven. Zonder af te wijken van zijn doel. Eikdal is dan weer een goedgelovige en gemakzuchtige man, die graag de aandacht opeist en zichzelf daarvoor al eens in een slachtofferrol durft te duwen. Hij verstoot zijn dochter Hedvig dan ook compleet wanneer hij doorheeft dat ze niet zijn kind is. Die laatste, Hedvig, is het prototype van naïviteit en kinderlijke onschuld. Ze begrijpt niks van wat zich afspeelt en het doel in haar leven is de liefde van haar vader voor zich te winnen.

Net omdat de personages ook in hun gedragingen karikaturaal zijn, blijven op het einde veel vragen over. De personages stellen zich deze vragen in hun rechtlijnigheid niet. Wou de jonge Werle Eikdal echt redden of wou hij eerder zijn vader wreken? Was Gina haar man echt graag gaan zien of leefde zij voor zichzelf ook in een dagelijkse leugen? Pleegde Hedvig zelfmoord uit schrik dat haar vader nooit meer van haar zou houden of was haar dood een stom ongeval? De motieven of beweegredenen van de personages blijven open, waardoor de toeschouwer zich daar onvermijdelijk vragen over stelt. Zeker in een tijd als vandaag waar waarden als de individuele zelfontplooiing en respect voor elkaars mening voorop staan. Een echte Ibsen dus.


Info: www.deroovers.be

Dit artikel werd reeds 99 keer gelezen.auteur(s):Kerensa Verhoosel