Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Triphonia: harmonie en disharmonie, samenspel en absolute stilte bij NUNC. 16 Februari 2005

Na het goed onthaalde Je suis une étoile, stelt het jonge gezelschap NUNC nu Triphonia voor, een productie van dezelfde makers: Benjamin Van Tourhout (tekst, regie en spel), en de actrices Leen De Veirman en Prisca Heylbroeck. Ook nu treft de persoonlijke toon waarin het stuk wordt gerealiseerd: een grillige opeenvolging van scènes krijgt stilaan een strakke lijn. Een veelvoud van problemen blijkt tenslotte eenvoudigweg over dit ene probleem te gaan: kiezen.

Nunc heeft iets met muziek. In Je suis une étoile wil iemand een operadiva worden. In Triphonia is de metafoor zeer duidelijk: het leven is muziek. Samenspel en éénklank. Samenspel wordt gedirigeerd tot éénklank. Karl in Triphonia weet er alles van. Hij is bezeten door muziek en door dirigeren, leiden en verleiden. Hij hanteert de dirigeerstok als een toverstaf. Hij betovert de muzikanten, het publiek en zijn omgeving. Hij imponeert de naïeve Klara (Prisca Heylbroeck) en haar rijke moeder Helena (Leen De Veirman), die zijn mecenas wordt. Een stelletje idealisten. Tot de twijfel toeslaat. Maakt Karl wel de juiste keuze voor zijn muziek? Geeft hij toe aan wat het publiek van hem verlangt of blijft hij trouw aan de eigen keuze? Karl begint te twijfelen aan zichzelf. En intussen wordt het oorlog en worden bepaalde musici en hun entourage vervolgd en verdreven. Dan komt het element “trouw” zeer sterk naar voor. Blijven Klara en Helena standvastig in hun trouw aan Karl?

Inhoudelijk is Triphonia een voortdurende beschouwing over het streven naar een harmonische samenleving. Deze wordt belaagd door disharmonie, door storende gebeurtenissen, door wanklanken. Naar de vorm steunt Triphonia op een aantal tegenstellingen. Karl is een ontstuimige dirigent, een niet te stuiten doordrijver, een duivelse kunstenaar. Daar tegenover staat de bange Klara die louter gevoelsmatig voor Karl kiest, terwijl Helena tegelijk nuchtere zakenvrouw, moeder én kunstminnend is.

De grote tegenstelling in Triphonia is echter deze van muziek en stilte, van leven en dood. Absolute stilte is van bij het begin ingebakken. De stilte van een lege concertzaal of een publiek dat roerloos blijft en niet applaudiseert. Er is de dreigende stilte van de dood. Klara gaat aan haar trouw ten onder. Helena is bang voor de oorlog en vooral bang dat de harmonie van een leven met een kunstenaar niet houdbaar is. Zij kiest zelf haar dood. Het kerkhof is trouwens bestendig aanwezig in het decor.

Met Triphonia gaat Nunc weg van het gestroomlijnde verhaal, van de plot en de intrige. In Triphonia wordt een beschouwende tekst aanschouwelijk. Nunc zet nieuwe tekens uit. Het is een innerlijke wereld die zichtbaar wordt als een kluwen waarvan de draden nooit volledig uit elkaar zijn te halen. Het is een voorstelling die gevoelens opzweept en weer laat vallen, die golft als een zee, soms bruist en dan weer vlak is.

Met Triphonia nemen de mensen van Nunc meer risico dan met hun eersteling Je suis une étoile. Ze gaan nog verder weg van het nest waaruit ze komen. De dons is er af. Ze krijgen een eigen kleur.

Triphonia is nog te zien in De Werf in Brugge (26.02) en in het Nieuwpoorttheater in Gent (10, 11, 12 maart 2005).


Info: www.toneelgroepnunc.be

Dit artikel werd reeds 116 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel