Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De Queeste neemt afscheid van Ford.
De Queeste speelt eerste project rond Arbeid/Afscheid
12 Februari 2005

Iedereen zal zich nog wel de problematiek van een paar jaar geleden rond de Ford-fabrieken in Genk en de duizenden ontslagen die daarop volgden, herinneren. Theatermakersgroep De Queeste uit Genk kon als maatschappelijk geëngageerd theater daar natuurlijk niet naast kijken. Na ludieke interventies in de Genkse straten en aan de fabriekspoorten, spelen ze nu in een oude Fordgarage een collagestuk over de lotgevallen van de ontslagenen.

Hiervoor hebben ze veel onderzoek gepleegd, heel wat mensen geïnterviewd, studies doorgenomen, de geschiedenis over Henry Ford en zijn fabrieken uitgepluisd. Maar wat doe je met al die correcte analyses, met al die getuigenissen, De Queeste wil de mensen, de ontslagenen van de Ford het woord geven. De teksten die de spelers brengen, zijn authentieke citaten. Daar draait het om. De theatermakersgroep "wil hier geen theater brengen met 4 lagen, maar gewoon die slachtoffers een stem geven." Dat gebeurt in een schitterende locatie: een afgedankte Fordgarage aan de Hasseltweg in Genk. Het publiek wacht in de tot cafetaria omgebouwde showroom, daarna mogen we naar de werkplaatsen. We krijgen een boterhamtrommeltje mee, en een deken, want het is er koud. Er zijn de putten, de tl-lampen, de drankautomaat, de versleten locker. In een smeerput staan muziekinstrumenten. Mauro Pawloswki verschijnt in een carnavalesk fanfarepakje en begint te zingen dat het vandaag feest is. De andere spelers springen op, verkleed in outfits als een training, een wulps rokje; het kaderlid verschijnt later in een elektrisch autootje in maatpak. Ze spelen typetjes (vooral Nele Van Rompaey doet dat heel mooi), zonder zichzelf te relativeren, ze zetten die typetjes raak op de werkvloer. Zo is er de ‘macho’, die alleen over auto’s kan spreken, en die hier met zijn miniatuurautootje op zijn knie alle lof over een bepaald merk Ford afsteekt. Hij probeert de vrouw naast hem tijdens de lunchpauze te versieren, maar dat lukt niet. Die lunchpauzes worden een paar keer in lichte variatie herhaald. Dat zijn de weinige interacties tussen de personagetypetjes, voor de rest zijn het losse getuigenissen, videofragmenten en commentaren. Vlot aan elkaar geregen, grappig, heel onderhoudend.

Laagdrempelig wil De Queeste met deze voorstelling zijn. En dat lukt. Mensen die het meegemaakt hebben, herkennen zich perfect in de uitspraken en typetjes, in de woede, de machteloosheid, en ook in de latere gevoelens van gelatenheid, berusting, in de ontdekking dat er nog andere vormen van genot zijn dan het werk in zgn. familieverband. Het waren niet alleen goeie ouwe tijden bij de Ford, het waren ook slechte momenten. Deze toeschouwers zijn ontroerd en diepgeraakt, zo vang ik nadien op.

Ik, niet-direct betrokkene in die hele affaire, blijf nu ongeraakt. In tegenstelling tot de periode toen het allemaal echt gebeurde, en toen de live-interviews met de slachtoffers van het neoliberaal kapitalisme mij wel aangrepen. Nu worden de getuigenissen door anderen samengebald en gespeeld (en daarmee bedoel ik niet nagespeeld, want het spel is hier oprecht). Maar het blijft oppervlakkig, er is maar één laag. En in theater en andere kunsten wil ik meer zien. Ik wil niet alleen de buitenkant zien, ik wil naar binnen kijken: in de thematiek, in de personages, in de evoluties, in de processen, de mechanismen, … Ik mis die ‘inkijk’. Die had ik wel bij een vorig kleinschalig project van De Queeste rond het krijgsgevangenenkamp in Waterschei en de mijnarbeid van toen. Ook op basis van vele interviews en getuigenissen werd daarover een half jaar geleden het stuk Kamp Waterschei gemaakt, ook in een schitterende locatie (de oude mijngebouwen van Waterschei). Maar al die getuigenissen werden in een verhaal gegoten van een koppel dat terugblikt op de tijd dat ze elkaar ontmoetten vlak na de oorlog. Zij uit Genk, hij een Duitse krijgsgevangene. De verliefdheid, de trouwplannen, de reacties in de families, het werken in de mijn, de sociale gevolgen, de mijnproblematiek, dat alles kwam allemaal aan bod in de kleine ruimte van het grote aftakelende gebouw. Kamp Waterschei bood zoveel meer dan alleen getuigenissen, legde verbanden bloot, had emoties, wekte emoties. Voor mij was dat in al zijn eenvoud een pareltje van uitgepuurd politiek theater.

Die theatermeerwaarde mis ik in de productie rond Ford. Ik als theaterbezoeker blijf op mijn honger zitten Met alle sympathie voor het geleverde werk rond de voorstelling, en voor de enthousiaste en oprechte aanpak van De Queeste.


Info: www.dequeeste.be

Dit artikel werd reeds 93 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens