Peter en de wolf in de boom. De Maan Figurentheater Mechelen, Peter en de wolf | 11 December 2004 |
Het is natuurlijk vreemd om Peter en de Wolf , hét muzikaal sprookje van Sergej Prokofiev op te voeren zonder live muziek. Prokofiev componeerde deze symfonie in 1936 speciaal om kinderen vertrouwd te maken met een klassiek orkest. Maar in deze voorstelling van De Maan krijg je geen instrument te zien. Een opvoering met een symfonisch orkest zou te duur uitkomen. “Muziektheater voor kleuters en hun families”, zo wordt deze productie zonder live muziek aangekondigd. De muziek klinkt op cd, en is een uitvoering door het Europese Kamerorkest onder leiding van dirigent Claudio Abbado.
Op de scène staat een stellage, een boom met op de plaats van vruchten dikke kussens. Daartussen speelt een pop met blokken, met een treintje, een autootje. Hij verveelt zich. De verteller geeft uitleg, en speelt in op de herkenbaarheid van de situatie: een dag van verveling. De kinderen in de zaal kennen dat ook, zo te horen. De moeder (een grote pop met een heel grote mond) zingt een oplossing: ga naar opa. De stellage wordt een beetje gekanteld, de jonge toeschouwer voelt aan dat we in een ander omgeving zitten. De Maan wou per se naturalistische clichébeelden van ingesneeuwde bossen en hutten vermijden, en sluit met zijn “boom” die verschillende kanten op gekanteld kan worden, aan bij de formalistische abstracte tendensen in de beeldende kunst van de Russische avant-garde uit de tijd vlak voor het ontstaan van deze symfonie.
Dan geeft de verteller uitleg over de muziekinstrumenten: bij elk personage hoort een instrument. Scenograaf en poppenmanipulator Paul Contryn beeldt mimisch met zijn handen de personages uit, ondertussen klinkt de dwarsfluit voor de vogel, de hobo voor de eend, de klarinet voor de kat, enzovoorts.Die uitleg is erg veel en valt tegelijkertijd ook vreselijk mager uit zonder concrete instrumenten. Maar eenmaal dat voorbij, wordt het vooral visueel boeiend. Uit de ‘boom’ komen dingen en poppen te voorschijn De bedden waarin opa en Peter slapen zijn een uitgerolde slaapzak aan een tak. Een goudkleurig kussen dat aan de boom hangt dient als vijver voor de dobberende eend. De kat zit achter een vogeltje aan, en hupt speels door de takken van de stellage. Grote pop opa komt boos zijn kleinzoon halen en ze keren terug naar het stoffen lapjeshuis. Steeds kleinere poppen geven die tocht weer. De grote wolf ontplooit zich onder de zware dreigende klanken uit een grote zak tot een donkerblauw beest met vuurrode bek. Tegen het einde van het verhaal verschijnt aan de stellage eerst een klein poppetje van een jager, dan wordt dat steeds groter en suggereert dus dichterbij te komen. De verteller en de poppenspeler draaien aan de boom waaraan personages hangen. Zo krijg je de stoet van Peter, het vogeltje, de jager, de wolf en wat achterop hinkelend opa met de kat. Als ze in de dierentuin aankomen worden de andere zakken die aan de boom hangen, een olifant, een giraffe, een grote kaketoe.
De Maan bewijst met deze productie haar vakmanschap op het vlak van figurentheater. Scenografisch zijn er spitsvondige inventieve vondsten zoals de ‘boom’-constructie, de zakken waaruit de personages verschijnen, en het spel met perspectief. Deze abstract aandoende vormgeving laat genoeg figuratieve ruimte over om de jonge toeschouwer zelf te laten invullen. Buiten de hele exposé over de instrumenten, en af en toe het schools betuttelend toontje van de verteller, kent het verhaal een vlot, ritmisch muzikaal verloop, en houden de variaties in manipulatietechnieken en in de muziek de aandacht van de kleuters er goed bij. Deze productie toont in ieder geval aan dat dit verhaaltje nog als klassieker overleeft.
Voor 4+, nog tot met 19 december.
Info: www.demaan.be
|
| Dit artikel werd reeds 106 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|