| Nieuw gezelschap begint met Heiner Müllers “Overlijdensbericht”. | 4 Juli 2002 |
Een onlangs gestart gezelschap dat Ambachtelijk Collectief Trompet heet, waagt zich met “Overlijdensbericht” aan teksten van Heiner Müller (1929-1995) en maakt op een eigen manier duidelijk dat Müller niet zomaar prijsgeeft wat hij met zijn theater wou. Tezelfdertijd worden de teksten van Heiner Müller ontdaan van ’s schrijvers betrokkenheid. Tenminste, dat is de bedoeling.
Müllers overlijden in Berlijn op 30 december 1995 was voor veel theaterdeskundigen een gelegenheid om nog maar eens een poging te doen het theater van Müller te definiëren. Meer dan een herhaling van wat al jaren voordien in beknopte én uitvoerige besprekingen werd beweerd, leverden de rouwbetuigingen niet op. De teksten van Müller lenen zich niet voor een conventionele benadering en zelfs niet voor experimenten. Ook de voorstellingen in Duitsland in Müllers eigenste regie werden nog als “moeilijk toegankelijk” omschreven. Voor Luc Van den Dries (in de Monty-krant) was het duidelijk: “net zoals Brecht en Beckett schreef hij stukken voor een theater dat (nog) niet bestond”.
Daar sta je dan als welmenend en durvend gezelschap in een alternatieve ruimte, meer bepaald ’t Pekfabriek in Borgerhout, waar het verval van een industrieel tijdperk maar al te duidelijk aanwezig is en elke steen en iedere muur de gedachte aan dood en ontbinding ondersteunt. Want daar gaat het bij Heiner Müller toch in hoofdzaak om: de altijd aanwezige afbrokkeling en aftakeling en de dood als een ultieme uitdaging zowel in het persoonlijke- als in het maatschappelijke leven. Tot zijn laatste adem bleef Müller geloven, nadat hij zowat aan alles en iedereen getwijfeld had, in de veerkracht van de lichamelijkheid en in de triomf van de lijfelijke aanwezigheid van de acteur in het gevecht met de technocratie. Maar de tragedie van de sterfelijkheid ontloopt niemand.
Het theater van Heiner Müller is teksttheater, hermetisch en tegelijk poëtisch, associatief en daardoor niet altijd makkelijk om volgen. Acteur Paul Mercelis vertolkt de rol van een schrijver die ’s nachts aan een moordverhaal werkt. Hij vertelt op een zakelijke nogal monotone manier en laat zijn gedachten afdwalen naar een politieke moord, naar moorden in de oorlog, naar folteren en tenslotte zelfdoding, een eerste verwijzing naar de zelfmoordpogingen van zijn vrouw. Het is een korte tekst met als titel: “Zelfportret om 2 uur ’s nachts, 20 augustus 1959.” In de daaropvolgende tekst: “Overlijdensbericht” geeft Müller vooral persoonlijke ervaringen prijs. Het personage valt samen met de schrijver Müller. Hier laat regisseur Ivo Van Megen ook de vrouw (Tamara Jongerden) optreden. Ze zal haast het hele verdere verloop van de voorstelling aanwezig zijn zonder aan de handeling als zodanig deel te nemen. Ze wordt verondersteld alleen in de gedachten van de acteur te fungeren. Tamara Jongerden voert een symbolisch geladen choreografie uit. Een esthetische vormelijkheid die vormelijkheid blijft.
Tot beter begrip van wat gespeeld wordt is enige voorkennis van belang. Jarenlang is Müllers relatie met zijn vrouw Ingeborg Schwenkner (1925-1966), bekend onder meer als de dichteres Inge Müller, getekend door haar herhaaldelijke pogingen zelfmoord te plegen. Inge vertoonde een manisch-depressieve aanleg en haar samenwerking met en het leven naast Heiner verliepen vaak moeilijk. Op 1 juni 1966 komt dan het definitieve einde: bij zijn thuiskomst vindt Müller zijn vrouw verstikt in de fornuisoven. Een afscheidsbrief was er niet, waardoor Müller door de politie een ogenblik van moord verdacht werd. “De gedichten die ze de laatste acht jaar geschreven, beschouw ik als een afscheidsgroet”, zal Müller later verklaren. In zijn biografie “Krieg ohne Schlacht. Leben in zwei Diktaturen” (1994) vertelt hij over zijn gevoelens na Inge’s dood:
“Het was de avond waarop in een televisieprogramma voor het eerst in de DDR een programma over de zelfmoord van Marilyn Monroe werd uitgezonden. De weken en maanden daarna heb ik voortdurend het Wohltemperierte Klavier (van J.S. Bach) beluisterd. Ik heb slaaptabletten gekocht, maar geen enkele ingenomen. Gewoonlijk was het zo, dat Inge geen zelfmoordpogingen ondernam wanneer ik er niet was. Maar die ene keer dat ze het wel deed was ook de laatste keer. Misschien had het nog tien jaar kunnen verdergaan. Maar uiteindelijk was mijn houding: als ze sterven wil is het haar zaak. Een zigeunerin had haar voorspeld dat ze op haar 41ste zou sterven.” En dat is dan ook gebeurd.
Wat regisseur Ivo Van Megen, Tamara Jonerden en Paul Mercelis precies bedoelen met “Overlijdensbericht” wordt nergens echt duidelijk. Wie van Müllers relatie met zijn vrouw en haar zelfmoord niets afweet, ziet een onrustige man die kennelijk zijn vrouw mist en fantaseert hoe hij ze weer naast zich kan krijgen. Desnoods door haar uit het graf te halen. Maar ook wie Heiner Müller in zijn (sterk politiek geprofileerde) levenswandel en artistieke ontwikkelingen in de mate van het mogelijke heeft gevolgd, blijft op zijn honger. Het niet verwerkte politieke verleden van de auteur en zijn gevecht om ondanks alles in een “dode stad” (Berlijn) te overleven, komen in de drie aangewende korte teksten zeer hermetisch aan bod. Is de stad een metafoor voor de vrouw? Er zijn meer tekst en uitleg, meer visie en middelen nodig om onder meer die vraag te beantwoorden.
Niettemin is het goed dat “Overlijdensbericht” er kwam. Het jonge gezelschap heeft er zich in alle bescheidenheid, zeer kwetsbaar mee opgesteld. Een dergelijke durf is niet vanzelfsprekend. Daarenboven is men niet van bestaande modellen vertrokken. Van wat al eerder in Vlaanderen en Nederland met teksten van Müller werd gedaan heeft men zich bij Trompet niets aangetrokken. Het is kennelijk de bedoeling een eigen weg te gaan met mensen die niet aan hun proefstuk zijn, maar ook niet de indruk geven het al gemaakt te hebben. De Nederlandse regisseur Ivo Van Megen is gastdocent aan de Maastrichtste toneelschool en ook als contratenor bedrijvig. Volgens seizoen regisseert hij aanstormend talent bij ZT Hollandia. Paul Mercelis is, behalve acteur ook als regisseur werkzaam. Hij werkte samen met studenten van o.a. Studio Herman Teirlinck en de Toneelacademie in Arnhem. Verleden seizoen regisseerde hij voor De gebroeders Boudewijn “De twee stoelen” van Olivier Van Oost en volgend seizoen doet hij een nieuwe tekst van Van Oost. Het project zal “Marathon” heten en komt tot stand in samenwerking met PC Dommelhof in Neerpelt, met nadruk op het samengaan van verschillende kunstdisciplines in één voorstelling.
Geeft “Overlijdensbericht” als eerste kennismaking met een nieuwe groep geen volledige voldoening, de ambities van het Ambachtelijk Collectief Trompet maken toch nieuwsgierig.
De teksten die in “Overlijdensbericht” worden gebruikt zijn opgenomen in “Het Eiland van het Grote Bloedbad”, een verzameling theaterteksten van Heiner Müller die in 1990 in een vertaling van Marcel Otten te Amsterdam werd uitgegeven door de International Theatre Bookshop.
Ambachtelijk Collectief Trompet is te bereiken op het adres: Begijnenvest 51, 2000 Antwerpen. Contactpersoon is Sarah Van Hoof. Tel.: 03/227.32.22.
E-mail: sarahvanhoof@hotmail.com
|
| Dit artikel werd reeds 237 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|