Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Zacht jazzy vallen en opstijgen.
Feria Musica, Le vertige du papillon
6 Oktober 2004

Le vertige du papillon
(c) Frédéric Latinis
Een zevental jaren geleden was ik ondersteboven van de productie Liaisons dangereuses (1997) van Feria Musica. Beginnende Franse circustheaters hadden mij al weten te charmeren en te bekoren, maar de productie van deze Belgisch - Brusselse groep van trapezist Philippe de Coen en componist Benoît Louis overtuigde mij van de oerkracht die er van theater kan uitgaan. Het was op een winteravond, ergens in de Ardennen, in een manege aan de rand van ik weet niet meer welk dorpje. De voorstelling baadde al bij het binnenkomen in een ongewone sfeer: de stallen, de ruimte, de kaarsen, het stro, het zaagsel, de stank. Het was een theater met veel muziek, veel acrobatie, én met paarden. Ze voerden geen show- en circusnummertjes op, neen, ze waren elementen in een queeste van mens naar dier, een harmonieserende zoektocht naar vriendschap en geluk. Magisch , overrompelend theater, wonderlijk qua vorm, wonderlijk in de relatie tussen mens en dier. Het was het “arm theater” van Grotowsky, “het heilig én rauw theater” van Peter Brook. Regisseur was theatermaker Dirk Opstaele:

Het oerverhaal van vechtende, vliegende, vallende mensen sluimert al sinds het Paleothicum in ’t merg van elke toeschouwer – aan de podiumkunstenaar de kunst om er avond na avond weer leven in te blazen.

De tweede productie van Feria Musica Calciculo (2005) is ook in een regie van Dirk Opstaele en speelt met het thema van de toren van Babel. Stijgen en vallen zijn de belangrijkste bewegingen. Hun derde productie is nu Le Vertige du Papillon in een regie en choreografie van Fatou Traoré. Hierin is het vallen ook een relevante beweging, maar het vallen is hier aanzet tot stijgen, als het ware de kracht om de aarde te ontstijgen. Als een vlinder die uit haar pop breekt, valt, omhoog fladdert, duizelt en na het leven van één dag weer valt.

Le vertige du papillon
(c) Frédéric Latinis
Zeven acrobaten en vier muzikanten visualiseren en verklanken de turbulentie tussen vallen en stuiten, tussen vallen en balanceren. De schaduw van een eenzame saxofonist steekt fel af tegen de blauwe achtergrond, een hemels fel blauw dat overvloeit in voorbijdrijvende wolken, in een bos, in waterkringen. Even eenzaam zit de jongleur op een schuine wand en ziet de ballen van de ene naar de andere kant rollen. Opzij van het hellend vlak verschijnt een gezicht, met een langzaam knipperend lampje, en als een verblinde mol kruipt het wezen weer direct onder de grond. Een voorbij flitsend persoon verzet een stoel, je merkt het bijna niet, maar plots is de ruimte anders. Dat herhaalt zich een paar keer, steeds anders, steeds onvoorspelbaar.

De voorstelling zit vol van die kleine verrassingen, met onverwachte valluiken en geheime openingen. Het zijn geen grootse effecten, alles wordt klein gehouden, en al die kleine dingen omsluieren de productie in een zachte sfeer. Een persoon hangt aan de trapeze; hij laat zich vallen en wordt aan de voeten opgevangen door een andere trapezist. Beide cirkelen rond in de lucht rond. Schichtige dierlijke wezens lopen tegen palen op, glijden naar beneden, zakken weg achter het vlak, en veren dan weer plots naar boven. Drie meisje dansen unisono, de mannen nemen de bewegingen associatief over. Het is het klassieke dansthema van aantrekken en afstoten, dat zich hier verder zet in variaties én in een spel met ballen, in trapezenummers, in acrobatie rond palen. Lichaamsbewegingen flikkeren als vlindervleugels in openbrekende lichtkleuren.

Er gaat een aanstekelijke warme sfeer van deze productie uit, een sfeer van een verlaten regenachtige straat, waar iemand tevergeefs wacht op iemand, wacht op iets dat niet komt. Af en toe gebeurt er hier en daar iets, vlindert er iets, glijdt en rolt het voorbij. In een zachte jazzy sfeer, in een licht bedwelmende melancholie. Naar Le vertige du papillon kijken, is een zacht genieten.


Info: www.feriamusica.org

Dit artikel werd reeds 181 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens