Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Mireille en Mathieu op gameniveau: Leg@ron (of wa?) 14 September 2004

Een paar jaar geleden verrasten Mireille & Mathieu (Erik Bassier en Kathleen Wijnen) bij Villanella met knettergek figurentheater. In Zit werden barbiepoppen uiteengereten, werden babypoppen onthoofd. In hun beginproductie gingen ze lekker ruw om met de poppen en objecten, zoals kinderen dat ook graag doen. Geen lieflijk en welvoeglijk spel, maar rauw, en heel herkenbaar amusant! Spullen van de rommelmarkt kwamen tot leven, het speelgoed speelde als het ware met zichzelf, vaak hilarisch absurd, maar toch met een tedere ondertoon. In hun spel met de prulletjes visualiseerden Mireille & Mathieu wat er in hun hoofden omging, en prikkelden zo de fantasie van de jonge en oudere toeschouwers.

Dit seizoen toeren Erik Bassier en Esther Maas als Mireille & Mathieu rond met Leg@ron (of wa?). De benen zijn uit grote babypoppen gehaald, Mireille en Mathieu laten de poppen op hun armen lopen, daardoor zien de poppen met de grote gaten er als monsters uit, als uitvergrote mieren die ons aankijken. Een leuk begin, dat echter gevolgd wordt door een flauw entertainment. Als goochelaar en assistente rijden ze op stepjes rond, laten ze van alles vallen, bestrijden ze elkaar met lichtgevende degens. Alles mislukt, en dat moet grappig zijn. In een volgende scène manipuleren ze poppen, met van die vervormde piepende en krakende stemmen. De poppen blijken vader en zoon te zijn. De zoon heeft het "coolste game" gekregen, en wil dat zijn sullige vader meedoet. En dan krijg je losse scènes en sketches, die stop gezet worden door een ratelend geluid, rollende dobbelspelen, en een stem die een nummer dicteert. Zo rijg je natuurlijk alles wat je maar uitgedacht hebt aan elkaar. Na nummer vijf hou je het wel voor gezien. Samenhang is er weinig. De vader en zoon komen nog ten tonele als de vader denkt dat het spel ten einde is, maar er volgen nog wat extralevens. Dat de productie een bonte-avondstoet in een modern playstationkleedje is, stoort nog niet zo heel erg. Wat ontbreekt in deze productie is een ondertoon, een onderlaag die de oppervlakkigheid doorbreekt. Het is geen aanklacht tegen computerspelletjes, het is geen pleidooi voor de verbeelding aan de macht, het is geen ode aan het pure spel, het is louter spelen aan de oppervlakte. De fantasie van de toeschouwer wordt niet geprikkeld, je kijkt alleen maar naar het spel van de anderen, en daar blijft het dan bij.

Er zitten weliswaar olijke ideetjes in, zoals de zeehondenwedstrijd op Antarctica en het doodknuppeldansje, of de haasjes uit het liedje ‘in het bos daar zijn de jagers’, of de zelfmoord van de kip als ze constateert dat de haan het ei uitlepelt. Zo zijn er meerdere verrassende absurde toestanden. Leuk an sich, het probleem is dat de aanzetten grappig zijn, maar dat de meeste sketches te lang uitgemolken worden. Vaak volgt er op het leuke beginbeeld ook geen pointe. Het is wat aanmodderen en rommelen. Dat kàn leuk zijn (een Pat Van Hemelrijck van het Alibicollectief bijvoorbeeld slaagt er meestal meesterlijk in van zijn zogenaamde onhandigheid een sterk punt te maken) maar Mireille & Mathieu lukt dat niet. Het komt allemaal geforceerd over: de overdreven stemmetjes, de hyperkinetische pasjes, de overduidelijke herhalingen, het afgezaagde zeuren, de nadrukkelijke lolbroekerij. Na elke sketch bevriest het beeld, en moet het tempo weer opnieuw opgebouwd worden.

Na hun debuutproductie waren de verwachtingen te hoog. Ze werden niet waargemaakt. De vondsten van Esther en Erik zijn in het begin vaak verrassend, maar aan de uitwerking schort te veel, en daardoor zakt het spel weg in zijn herhalingen en voorspelbaarheid.


Info: www.menm.be

Dit artikel werd reeds 119 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens