Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Twin Rooms
Mix van theater en video door Motus in deSingel
15 September 2004

Het Italiaanse theatergezelschap Motus speelde twee producties in deSingel in Antwerpen. Het is een multimediaal gezelschap met als thuishaven Rimini, en gesticht begin jaren ‘90 door Enrico Casagrande en Daniele Nicolo, toen ze nog studenten sociologie en economie waren. De eerste productie die in Antwerpen te zien was is Twin Rooms met als inspiratiebron White Noise van DeLillo en teksten van Breat Easton Ellis; de tweede productie L’Ospite laat zich leiden door het werk en de ideeën van Pier Paolo Pasolini, en vooral dan diens film Teorema.

Motus verdiende zijn eerste sporen in het universiteitstheater van een 15 jaar geleden, dat toen in Italië nog sterk onder invloed was van het legendarische Living Theatre. Bedoelingen waren toen – en later dan bij ons - de mensen in beweging te krijgen om de maatschappij te veranderen, om creatief te revolteren. Sindsdien heeft het gezelschap een hele weg afgelegd, met – zo wordt in hun eigen woorden gesteld – in het achterhoofd de vuistregel dat “de revolutie niet meer mogelijk is.” Het gezelschap omschrijft zichzelf als een theater met een venster op de wereld, een theater dat drama, muziek en visuele kunst vermengt. Motus weerspiegelt de veranderingen die onze maatschappij ondergaat, en baseert zich daarvoor op maatschappijkritiek die in literatuur te vinden is.
Zo zochten ze voor Twin Rooms de grootste inspiratie in boeken en teksten van de twee Amerikaanse schrijvers Don DeLillo en Breat Easton Ellis. Van DeLillo was vooral zijn boek White Noise het uitgangspunt, en ik meende in de teksten ook zinnen uit De Onderwereld te herkennen. In White Noise speelt DeLillo met Baudrillards bewering dat “de postmoderne maatschappij beelden boven de realiteit prefereert. We geloven dat de secundaire, gesimuleerde realiteit echter is dan de eerstegraads realiteit.” Het klassieke voorbeeld is Disneyland, een fantasiewereld die voor ons echter is dan de echte wereld. De hoofdpersonages uit De Lillo’s werk zitten in die postmodernistische identiteitsverwarring Hoofdthema van de roman is het feit dat de dood altijd op de loer ligt, als het “witte lawaai” van de moderne wereld. Een van de hoofdspersonages probeert aan de doodsangst te ontsnappen door zich in de mystieke wetenschap te storten, zonder te weten wat dat is, en door de drug Dylar te gebruiken, en een (andere) manier van (over)leven te simuleren.

Simulatie is ook de hoofdidee in Twin Rooms, de tweelingkamers, de twee kamers. Beneden op de scène zie je een hotelkamer met ernaast de badkamer, boven heb je even groot de filmische beelden van die twee ruimtes. De ene keer zie je op de projectiedoeken dezelfde beelden als die van beneden, dan zijn er weer uitvergrote details te zien, dan weer andere kleine detailverschillen. Worden de angst, de gevoelens, van de personages gevisualiseerd, of zijn het hun fantasiebeelden als ze een andere keuze gemaakt zouden hebben? Het geheel is nogal ingewikkeld om naar te kijken, laat staan er als toeschouwer vat op te krijgen. Je moet naar vier beelden (twee theaterruimtes beneden, twee filmbeelden boven) kijken, verder is er de - voor mij toch verwarrende - mengeling van intriges. De boeken van DeLillo zijn vaak caleidoscopisch, maar bij een boek heb je het voordeel dat je kunt terugbladeren om de draad op te pakken. Bij theater gaat dat niet. Een paar verhaallijnen worden duidelijk: de bedrogen vriend die kwaad is op zijn lief, de andere bewoner van de hotelkamer die Elvis imiteert. Een aantal personages blijven vaag. Dat kwam denkelijk ook doordat wij als niet-Italianen naast het kijken naar de vier beelden ook nog naar de vertaling moesten kijken (tussen de twee niveaus). Af en toe liet die vertaling het afweten, en had je er het raden naar waarover het ging. Verder wordt er ook nog gespeeld met de spanning tussen dramatische realiteit en echte realiteit. Wat is echt, was is niet echt, wat is net echt, wat is namaak, wat is simulatie? Op sommige momenten stappen de personages uit hun rol, worden door een stem van achter in de zaal aangemoedigd om anders te spelen, dan weer leveren ze commentaar op hun rol en op het spel van de antagonisten.

Al bij al een vreemde vertoning waarop je als toeschouwer geen grip kreeg, een vertoning die weinig aansprak en het moest hebben van de technische effectjes van digitale beeldmogelijkheden. De tweede productie die te zien is, is L'Ospite de gast, met als inspiratiebron het boek en de film Teorema van de filmmaker Pier Paolo Pasolini, die ook theater maakte. Zoals Pasolini via film, wil ook Motus via het theater vragen stellen over de hedendaagse politiek en heeft het vele bedenkingen omtrent de consumptiemaatschappij en het politieke leven. Motus: "We hebben getracht een reis te ondernemen die vertrekt van Teorema en die eindigt met Petrolio. Een zoektocht. Een tocht die eindigt, die afgebroken wordt door de dood, de enige die in staat is een definitief punt te zetten, een beeld dat choquerend gemonteerd wordt achter de onstuitbare filmsequentie die het leven voorstelt."


Info: www.desingel.be

Dit artikel werd reeds 113 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens