Kwestie van genieten. Theaterfestival 2004 - Jeugdtheaterselectie | 29 Augustus 2004 |
Zoals al ettelijke jaren het geval is, start het nieuwe theaterseizoen met de belangwekkendste producties van het voorafgaande seizoen uit Nederland en Vlaanderen. Tot vorig jaar zorgde een Nederlandse en Vlaamse jury voor de selectie voor het Theaterfestival, nu zijn het twee curatoren. De Nederlander Martin Schouten stelde zijn voorkeur voor volwassentheater samen. Hij schreef over zijn jaar prospectie en selectie een hele roman (die collega Roger Arteel zal bespreken). De Vlaamse Nicole Petit, theaterbureaudirecteur, selecteerde de kinder- en jeugdtheaterproducties uit Nederland en Vlaanderen. Zij liet zich interviewen door Erwin Jans, om haar keuze te motiveren.
Nicole Petit mocht maar een viertal jeugdtheaterproducties selecteren voor het festival. Uit een 80-tal voorstellingen maakte ze een long list van 11. Daaronder ook producties die niet voor kinderen bedoeld zijn, zoals De leeuw van Vlaanderen van Publiekstheater Gent en Union Suspecte, of 313/Misschien wisten zij alles van Dito Dito en KVS naar de verhalen van Toon Tellegen, maar producties waarvan ook kinderen en jongeren volgens haar kunnen genieten. Daarna was het hartverscheurend moeilijk, vertelt ze in het interview. Haar voornaamste criteria: “Naast kwaliteit, professionaliteit en belangwekkendheid speelden begrippen als ‘anarchie’, ‘humor’, ‘ziel’, ‘avontuur’ en ‘genieten’ voor mij een belangrijke rol. Uiteindelijk bleek het ‘genieten’ de kern van hoe ik naar voorstellingen heb gekeken het afgelopen seizoen.”
Verder vult ze daarbij aan: “Ik heb zoveel nadruk gelegd op het ‘genieten’ omdat theater voor kinderen en jongeren niet educatief bedoeld is.” Waarmee ze duidelijk wil stellen dat kinder- en jeugdtheater geen proloog of instap is voor toekomstige toeschouwers van volwassentheater, “Als jeugdvoorstellingen toeschouwers van de toekomst vormen, dan omdat kinderen en jongeren van die voorstellingen genieten. En genot smaakt naar meer.”
Wat haar opviel is dat er veel Nederlandse kinder- en jeugdtheaterproducties objectief goed gemaakt zijn, en dat de Vlaamse vaker “dramaturgisch incorrect zijn” maar dat die meer risico’s nemen in hun zoektocht naar iets nieuws. En die hebben haar meer geraakt. Andere verschillen tussen Nederlands en Vlaams kinder- en jeugdtheater zijn: in het Noorden wordt er meer gedanst voor de kinderen, en is er meer aandacht voor de multiculturele samenleving. In Vlaanderen zit er meer muziek in producties, en zijn de ontwikkelingen het interessantst , en dat komt ondermeer door “een groep ‘hybride’ acteurs en gezelschappen die voor cross-over tussen jeugd- en volwassentheater zorgen.” Dat zijn er maar een paar, want elders in het interview vindt ze dat er té weinig volwassentheatermakers met jeugdtheater bezig zijn, en dat de opleidingen in Vlaanderen te weinig aandacht schenken aan jeugdtheater.
Terecht merkt ze op dat het fout is dat er bij de volwassen toeschouwers van kinder- en jeugdtheater nog te vaak gedacht wordt vanuit hét kind. Heel vaak – en zeker in onderwijsopleidingen! - kom je die opvatting tegen. Zoals je niet kunt spreken van hét publiek of van dé toeschouwer, zo kun je het ook niet hebben over de smaak en het bevattingsvermogen van hét kind. Zoveel kinderen, zoveel verschillen. Een theatermaker moet zich dan ook niet richten naar ‘de stem van hét kind’ maar moet maken wat hij of zij wil maken. Terecht, denk ik.
Wat mij opvalt is dat het Theaterfestival vooral producties voor jongeren bevat, en niet zozeer voor kinderen, laat staan voor kleuters. (Nicole Petit zegt er weinig gezien te hebben, er worden er té weinig gemaakt). Een productie als Villa Fink van Laika en Blauwe Engel had er zeker moeten staan volgens mij (zie bespreking in het archief). Ook 4Hoog maakte belangwekkende kleutervoorstellingen. Maar goed, ze staan er dus niet. Je moet ergens keuzes maken, dat snap ik wel.
Drie van de vier geselecteerde producties richten zich tot jongeren van boven de 12 en nog ouder, alleen De gebroeders Leeuwenhart van Bronks (uit Brussel) is voor toeschouwers vanaf 8 jaar. Het is een aardige theaterbewerking van het ontroerende en spannende gelijknamige boek van Astrid Lindgren. De acteurs spelen de kinderen die avonturen spelen. Nicole Petit was vooral getroffen door het spelplezier, de inventiviteit en de humor. Drift van Muziektheater Transparant is een operavoorstelling van jonge zangers en instrumentalisten, die zich lieten inspireren door Monterverdi en het verhaal van Ariadne (12+). De Kakkewieten (in een productie van Het Paleis) vonden ook inspiratie bij de oude Grieken voor hun Frustration Island/De ingebeelde Grieken. Het is een hilarische bewerking van Odysseus’ zwerftochten. Nicole Petit vond het een overweldigend avontuur (voor 15+). Huis aan de Amstel is het enige Nederlandse geselecteerde gezelschap. Ik zou mezelf willen weggeven, maar weet niet aan wie is een “a-typische Nederlandse” productie van theatermaakster Lotte van den Berg die ook heel actief in Vlaanderen is, en gaat over het verlangen jezelf op te offeren voor een hoger doel, en over gevoelens van twijfel, angst, mededogen, troost (ook voor 15+).
Met haar selectie wil Nicole Petit ook haar opvatting bewijzen: “De beste creaties zijn die waar zowel kinderen als volwassenen van genieten.” Dat alles is tot en met 4 september 2004 in Gent te beleven, en tot en met 11 september 2004 in Amsterdam.
Info: www.theaterfestival.org
|
| Dit artikel werd reeds 169 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|