Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Peter Ustinov 15 Augustus 2004

Op 28 maart 2004 overleed in Nyon (Zwitserland) de veelzijdige Engelse theater- en filmacteur Peter Ustinov. Hij was niet enkel acteur maar ook regisseur van film en opera. Hij was romanschrijver en een zeer productief theaterauteur. Op zijn 32ste had hij al elf stukken op zijn actief! Hij gaf blijk van een meer dan normale belezenheid en algemene kennis, die hij graag met flegma en humor aan de man bracht. Hij sprak vloeiend Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans en Russisch en bijna vloeiend Turks en Grieks.

Als kunstenaar werd Peter Ustinov meerdere keren gelauwerd. Hij werd lid van de Franse Académie des Beaux Arts en eredoctor aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij was kinderrechtenambassadeur voor Unicef en tussen 1968 en 1974 was hij rector aan de universiteit van Dundee (Schotland). In 1990 werd hij door de Britse koningin Elisabeth geridderd.

Sir Peter Ustinov werd als een “renaissancemens” begroet, een mens die opkwam voor de medemens over alle grenzen heen, maar Christopher Warwick, een van zijn biografen, noemt hem in één adem “sluw en gentleman”. Zijn veelzijdigheid heeft Ustinov wel veel geld opgebracht, maar artistiek bekeken is hij niet die kunstenaar die telkens uit de band springt. “Hij is teveel een levensgenieter om een echte baanbreker of ‘revolutionair’ te zijn”, schreef Fernand Auwera in 1979, naar aanleiding van het verschijnen van Dear me, Ustinovs autobiografie.

Peter Ustinov werd te Londen geboren op 16 april 1921 als zoon van een Duitse vader (Jonah, “Klop” von Ustinov) en een Franse moeder (Nadia Benois) die beiden Russische roots hadden. Vader Ustinov werkte in Londen voor de Duitse ambassade en kreeg het daar moeilijk toen in 1933 in Duitsland Hitler aan de macht kwam. Uiteindelijk werd hij ontslagen en werkte hij een tijdlang voor de Engelse geheime dienst. Peters moeder had, van huis uit, talent voor theater en was een tijdje actief bij de Compagnie des Quinze, een avant-gardegroepje rond Michel Saint-Denis (1897-1971), de Franse regisseur die in 1936 naar Londen uitweek en er de London Theatre Studio opende, waar Peter niet langer dan twee jaar en niet zonder conflicten, een acteursopleiding volgde. In de zomer van 1939 stond Peter Ustinov op eigen benen. Hij realiseerde De roos en het kruis, een stuk van de Rus Alexander Blok (1880-1921), dat zijn moeder in het Engels had vertaald.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Peter Ustinov in 1942 bij het Britse leger ingelijfd en in 1946 gedemobiliseerd. Van dan af, is hij in verschillende functies actief bij radio en televisie, in film en theater.

De toneelstukken van Peter Ustinov zijn in Nederland en Vlaanderen niet veelvuldig, maar toch zowel door professionele groepen als door amateurs gespeeld, zij het met wisselend succes. Bewerkingen voor onder meer de Duitse, Nederlandse en Franse televisie, waren ook in België te zien.

Over de gevarieerde filmcarrière van Peter Ustinov kan men de filmpers raadplegen. Wij beperken ons tot wat hij voor het toneel schreef. Toch nog dit: velen kennen Ustinov van zijn vertolking van Hercule Poirot in vier verfilmingen van werk van Agatha Christie, waaronder Death on the Nile en Evil under the sun. De twee Oscars die hij voor zijn filmvertolkingen oogstte waren voor zijn rollen in Spartacus van Stanley Kubrick (1960), met Ustinov als de laffe en listige slavendrijver en gladiatorentrainer Batiatus, en in Topkapi van Jules Dassin (1964), met Ustinov als amorele en onhandige oplichter.

De bekendheid van Peter Ustinov als toneelauteur is bij het Vlaamse publiek eerder beperkt. Een opmerkelijke productie was De liefde van vier kolonels, een blijspel dat in 1952-1953 door de KNS in Antwerpen werd gerealiseerd in een regie van Fred Engelen. In 1957 bracht het Reizend Volkstheater De stonde van waarheid en dat stuk werd in 1962 ook door de KNS (in een regie van Luc Philips) gespeeld, zij het “om spoedig te vergeten” volgens een zekere M.G. in het Antwerpse weekblad Het toneel van 16 februari 1962.

Ons land was Peter Ustinov niet onbekend. In 1961 bezocht hij Antwerpen en was hij te gast bij het Nederlands Kamertoneel (NKT) waar men zinnens was een stuk van hem te spelen. In 1992 was hij weer in België om zijn roman The old man and Mr. Smith te promoten. Hij werd dan uitgebreid geïnterviewd en uit die gesprekken bleek dat hij van zeer dichtbij volgde wat in de wereld gebeurt en ook wist welke ethische problemen aan de orde zijn. Meteen gaf hij ook enkele beschouwingen over zijn schrijverschap weg. Over zijn filmische manier van schrijven bijvoorbeeld:

Dat ik zo beknopt mogelijk tracht te schrijven heeft veel te maken met mijn training als dramatic writer, en daarmee bedoel ik zowel mijn werk voor het theater als voor de film. Daar is het vaak de suggestie die primeert. Als je een boek schrijft, is het voldoende te weten wat je moet schrijven. Maar bij theater of film is het vooral belangrijk te weten wat je niet moet schrijven. Dat is dus een veel moeilijker discipline. Het beste bewijs daarvan is wel dat zeer weinig goede romanschrijvers ooit goede toneelauteurs of scenaristen zijn geweest.

Voornaamste toneelwerken.

De liefde van vier kolonels (The love of four colonels)

Deze satire ging in Londen in première op 23 mei 1951 in het Wyndham’s Theatre. Het werd er 812 keer gespeeld.

De handeling is gesitueerd in Duitsland onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, in de Harz. Een Brit, een Rus, een Fransman en een Amerikaan hebben als opdracht het kasteel waarin Doornroosje nu al honderd jaar slaapt, te veroveren. Twee feeën, een goede en een boze fee, als twee jonge, alhoewel niet even aantrekkelijke vrouwspersonen, brengen de veroveraars het kasteel binnen. De boze fee nam Peter Ustinov zelf voor zijn rekening, wat hem op de duur toeliet met het personage te experimenteren.

Volgens hun eigen begeerte en hartsverlangen, en elk volgens de eigen gekozen periode uit de geschiedenis, mogen de vier “gealliëerden” een poging doen de prinses voor hen te winnen. De Brit verplaatst zich in de tijd van Shakespeare, de Rus kiest voor een enscenering à la Tsjechov, de Fransman gaat terug naar de 18de eeuw, de Amerikaan verkiest een Methodist uit de jaren veertig te zijn. Geen van allen kan echter het hart van Doornroosje winnen. Twee van hen, de Amerikaan en de Fransman besluiten niet meer in de reële wereld terug te keren.

Het stuk kwam in 1953 op Broadway en kreeg meteen de prijs van de New Yorkse critici. In Parijs stond het zes jaar lang op het repertoire van het Théâtre Fontaine.

De stonde van waarheid (The moment of truth)

Creatie in 1951 in het Adelphi Theatre in Londen.

Dit stuk kreeg niet het applaus dat het voorgaande mocht oogsten. Volgens sommigen was het te sterk gebonden aan de Franse politieke toestand tijdens de Tweede wereldoorlog en voor buitenlanders daarom minder toegankelijk.

Zonder ze bij naam te noemen, gaat het in dit stuk over Pétain, Laval en de Gaulle. Ustinov stelt maarschalk Pétain voor als een suffe, geesteszwakke man, die niet beseft wat rond hem gebeurt en het slachtoffer wordt van gewetenloze politici, die hem misbruiken om eigen belangen te dienen. In de eerste drie bedrijven beschrijft Ustinov de toestand, zonder land noch politici te noemen, maar voor een goede verstaander gaat het duidelijk over Frankrijk. In het laatste bedrijf zien we een waanzinnige Pétain die in een helder moment beseft hoe hij in het politieke moeras vastzit en een schrijnend “waarom?” uitschreeuwt.

Sommigen zien in dit stuk een rehabilitatie van Pétain, die tijdens de oorlog onder druk van Laval en de Vichy-regering met de Duitse bezetter collaboreerde. Uiteindelijk is het vooral de te doorzichtige schriftuur van het stuk, dat teveel document en te weinig theater is, die de negatieve reacties rechtvaardigt.

(De) Eindsprint (Photo Finish)

Dit “biografisch avontuur in drie bedrijven” is een satire die algemeen wordt beschouwd als de beste bijdrage van Ustinov aan de moderne komedie. De première was in Londen op 25 april 1962 in het Saville Theatre en het stuk werd, na Londen, zowat gelijktijdig met succes opgevoerd in Berlijn, Zürich en Den Haag.

In Londen vertolkte Peter Ustinov zelf en met groot succes de hoofdrol, de rol van de tachtigjarige Sam Kinsale, een schrijver die in een rolstoel vastzit en aan de tirannie van zijn echtgenote Stella is overgeleverd. Sam duikt in het verleden en overziet zijn leven aan de hand van enkele merkwaardige periodes. Voor Ustinov is dit een kans om in dit stuk het samenvallen van personages en tijd op te heffen. Het wordt een puzzel van situaties en van oorzaken en gevolgen, die decennia van elkaar verwijderd zijn.

Men verwacht een aantal flash-backs, maar Ustinov confronteert de oude Sam met zichzelf in de verschillende levensfases. De oude Sam krijgt zichzelf op bezoek: eerst als een ijdele zestigjarige, die uit is op succes; dan als een schrijver van veertig en als idealistisch dichter van twintig. Tenslotte neemt hij zichzelf als baby in de armen. De vrouw van Sam wordt in drie gedaanten door dezelfde actrice gespeeld. Er is de oude, lastige Stella, dan de verwaarloosde en verbitterde vrouw; en tenslotte ook het jonge meisje dat verliefd is op de 20-jarige dichter.

In 1962-1963 werd Photo Finish in het Nederlands gecreëerd door de Haagse Comedie in een regie van Bob de Lange, die ook de hoofdrol speelde. Daarna volgde via de VARA een televisiebewerking in een regie van Bob de Lange en Loet Steenbergen.

Half in de boom (Halfway up the tree)

Dit stuk uit 1967 is de tijdkritische commentaar van Ustinov op de jeugdrevolte en het hippiedom van de jaren zestig.

Generaal Fitzbuttress komt na vier jaar terug uit de oorlog, gepensioneerd. Het weerzien met zijn vrouw, zijn zoon Robert en zijn dochter Judy is niet helemaal zoals verwacht. Robert is van de universiteit weggestuurd omdat hij opruiende slogans schreeuwde; Judy verwacht een kind en weet niet wie de vader is. Zowel door Robert als door Judy wordt Fitzbuttress voor “ouwe zak” uitgescholden. Maar zij vergissen zich. De oude generaal geeft de jongelui gelijk wanneer zij protesteren tegen bepaalde toestanden en tegen de gangbare burgerlijke mentaliteit, maar hij eist tegelijk dat ze er dan ook daadwerkelijk iets aan doen. Als generaal is Fitzbuttress een consequent gedrag gewoon, dus wil hij zelf het voorbeeld geven. Hij verlaat de “beschaafde” wereld en gaat in zijn tuin, als nozem gekleed, in een boom wonen. Inmiddels zijn Robert en Judy niet akkoord dat de oude man zich de manieren van de jeugd toeeigent. Zij stellen dan ook veranderingen in het verschiet. Zij hebben een partner gevonden om te huwen en op die manier tot het burgerlijke fatsoen terug te keren. De generaal beleeft ondertussen in zijn boomhut een platonische relatie met een zwarte jongen. Na nog enkele verrassende tussenkomsten, komen rust en “beschaving” terug in het huis van de generaal, die gaarne toegeeft dat, hoe hoog men ook klimt, men in gedachten toch altijd maar half in de boom zit.

Het stuk munt uit door spirituele dialogen en deze laten geen ruimte voor moraliseren.



Literatuur:

  • Christopher Warwick: The universal Ustinov, Londen, 1990. In Duitse vertaling: Peter Ustinov, Schlitzohr und Gentleman, Heyne Verlag, München, 1992.
  • P.v.M.: De stonde van waarheid, in Het Toneel-Het Antwerps Toneel, 16.02.1962.
  • H.G.: De stonde van waarheid, in Het Toneel-Het Antwerps Toneel, 16.02.1962.
  • Fernand Auwera: De autobiografie van Peter Ustinov, in De Nieuwe, 30.03.1979.
  • Jan Temmerman: Nooit zonder woorden: Peter Ustinov, in De Morgen, 05.06.1992.
  • Steven De Foer: Een amusant vat vol eruditie, in De Standaard, 30.03.2004.


Dit artikel werd reeds 120 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel