Kijkdoostheater Theater Tol met Nachtvlinder, een levende kijkdoos. | 18 Juli 2004 |
Tijdens de Zomer van Antwerpen zijn er naast de circustheatervoorstellingen en muzikale wijkvoorstellingen ook theaterproducties op locatie. Het zijn meestal Vlaams gezelschappen die op ‘Andere Podia’ spelen. Zo speelt Theater Froe Froe de tentvoorstelling van Love in Babylon en brengt Theater Tol Nachtvlinder. Die productie speelt zich weliswaar af in hun eigen theatergarage, die ze delen met Ultima Thule, in Borgerhout, maar de ‘zaal’ is zodanig veranderd in verschillende plekken, zodat je inderdaad van een locatieproject kunt spreken. De productie wordt aangekondigd als ‘een levende kijkdoos’, en ‘wil de toeschouwer zich een vlinder laten wanen.’
In de gang verwelkomt een kale man in het wit het publiek. Hij geeft gedragsregels, en de richtlijnen van het parcours, met een holle stem op band. Die stem op band krijgen we tijdens de rondtocht langs de verschillende ‘kijkdozen’, nog vaker te horen, met zich steeds herhalende instructies. Dat werkt erg irritant, en staat in schril contrast met de poëtisch bedoelde kijkplaatjes.
De eerste plek die het publiek aandoet is een zaaltje, waar een vrouw in een bruidsjurk accordeon speelt. Op een groot scherm krijgen we kermistaferelen te zien, attracties waarin ook de ‘personages’ te zien zijn die we op onze tocht meemaken. Het publiek wordt in groepjes verdeeld, en zo maakt elk groepje zijn tocht langs een slaapkamer waar je door matte gordijnen naar binnen kijkt en waar gevouwen papieren figuurtjes het beeld bepalen. Op het bed staat een televisiescherm en daarop spelen de man en vrouw met de figuurtjes. Op de klanken van accordeonmuziek wordt er een spanning opgebouwd, die dan weer wegebt. Die melodieuze klankspanning vind je terug in de personages in alle kijkdozen. Zo gebeurt dat ook bij de vrouw die uit de ijskast komt, rode naaldschoenen aantrekt en weer de kast in gaat, de gemuilkorfde vrouw die verleidt en gromt, de vrouw in de bruidsjurk die mank beweegt. In de douchecel vertelt een man over de rups en de vlinder, en op het einde komt het publiek weer samen om naar de man in het wit te luisteren die een gedicht voordraagt over het sterven van de nachtvlinder die zijn vleugels verbrand heeft aan een kaarslicht.
Het zijn allemaal poëtisch bedoelde taferelen, die echter aan uitstraling inboeten door de identieke dramatische structuur, en door de schelle en herhaalde richtlijnen om bij de wisselingen de afgedrukte voeten te volgen.
Een paar maanden geleden was er in Antwerpen, ook in het kader van Andere Podia, de voorstelling Hotel percussos van Laika samen met een Portugees gezelschap. In een oud verlaten hotel gebeurde er ook totaal verschillende dingen in de vele kamers. Je kon als individuele toeschouwer je eigen parcours maken. Het was allemaal veel grootser dan deze Nachtvlinder, en eigenlijk mag je de producties niet vergelijken, maar opvallend waren de gelijkenissen tussen bepaalde taferelen. Ook in het hotel kwam er een danseres uit een ijskast, ook daar speelde een scčne zich in de doucheruimte af, ook daar was er een gemuilkorfde meid te zien. Hotel Percussos zat organisch goed in elkaar,beschikte over heel veel plaats en kon daardoor veel variëteit bieden. Er waren zowel heel humoristische taferelen als hele schrijnende, puur visueel met objecten of een hele zolder met lakens waarop zinnen stonden geborduurd. Nachtvlinder is veel kleinschaliger, wil per se poëtisch en beeldend zijn, en komt daardoor geforceerd over. Ik heb mij als toeschouwer geen vlinder gewaand, maar vond het wel leuk even in de kijkdozen binnen te gluren.
Nog tot en met 8 augustus, met drie voorstellingen per avond.
Info: www.theatertol.com of www.zva.be
|
| Dit artikel werd reeds 143 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|