| Kleur en schittering in Sneeuwwit | 1 Mei 2002 |
Theatermaken met buurtbewoners, kansarmen, marginalen, gevangenen, patiënten, allochtonen, gastarbeiders, amateurs, passanten, het moet kunnen en het kan. Maar begint er maar eens aan. En maak er maar eens iets van, iets dat mag gezien en gehoord worden. Een uitdaging voor theatermakers die niet terugschrikken voor lastige mensen en vervelende vragen, voor critici en criticasters, voor onverschillige instanties en bemoeizieke buitenstaanders, voor principiële en non-conformistische kijkers. Geert Six van Theater Antigone Kortrijk ("Ort!", "De Flandriens"…) weet er van mee te spreken en ook in andere professionele groepen is men er mee bezig mensen die voordien
nooit met theater in aanraking kwamen en podium te geven, en een stem en een bezigheid waarnaar ze steeds meer gaan verlangen naarmate de gesprekken, de bijeenkomsten en de repetities vorderen. Het publiek dat er mee bereikt wordt staat welwillend tegenover het initiatief en zeer mild tegenover de prestatie, want men komt in de eerste plaats om mensen aan het werk te zien die niet vanuit artistieke of lucratieve ambities spelen, maar vaak vanuit een bittere noodzaak, vanuit een diepe ellende of een niet te peilen verlangen opgenomen te worden in een gemeenschap, en eventjes aandacht te krijgen als mens, niet als vluchteling maar als creatieveling. Daar kan nu ook onder meer Els Trio van mee spreken die met een twintigtal allochtonen van bijna evenveel nationaliteiten het sprookje van Sneeuwwitje en de zeven dwergen (heel kort getiteld: "Sneeuwwit") op de planken zette, een productie die als model kan dienen.
Els Trio (dit seizoen nog gezien in Het midden van nergens, een zeer interessante bewerking van Oedipus van Wim De Wulf ) is afgestudeerd als actrice in Gent en volgt daar nu nog samen met Sophie Boudaillez, een muzikante uit Namen, een lerarenopleiding. Als stageopdracht werd gevraagd een project te realiseren met een niet voor de hand liggende doelgroep.
Met enorme steun van Paul Warlop en toneelgroep St. Rembert uit Torhout en van Els Verdonck die Nederlandse les geeft aan anderstaligen, is men allochtonen gaan aanspreken en ronselen, een groot deel zo maar op de straat. Adressen kan je op het stadhuis niet krijgen: wet op de privacy. Al gauw werd ervaren dat het niet gemakkelijk is wildvreemde mensen, die zich hier bovendien opgejaagd of op zijn minst bespied voelen, te overhalen om mee te doen in een spel met andere vreemdelingen. Er is een dubbele vervreemding: ze bevinden zich in een land dat het hunne niet is, waar men een taal spreekt die ze niet of bijna niet begrijpen, samen met mensen die ook van ergens anders komen maar
daarom nog niet direct bekenden of vrienden zijn. Komt daar nog bij dat Els en Sophie opteerden voor Sneeuwwitje, een sprookje dan nog dat als een muziektheatervoorstelling door volwassenen zou gespeeld worden!
Nu is het wel zo dat sprookjes verteld worden in alle landen van de wereld en dat er overeenstemmingen bestaan tussen de vertelsels van de meest uiteenlopende volkeren, zonder dat er van beďnvloeding sprake is. In en bepaald stadium zijn die overeenkomsten vanzelf ontstaan. Sprookjes zijn trouwens terug te brengen tot een aantal primaire basisgedachten en gevoelens, zoals ijdelheid en jaloezie, betovering en onthulling, angst en
|
De jaloerse koningin-stiefmoeder en haar body-guards
(c) Archief Leen Denoulet
|
sluwheid, geduld en beloning, dood en verrijzenis. Onderzoeken hebben uitgewezen dat er onderlinge overeenkomsten zijn tussen Europese en Aziatische sprookjes. Ook in andere verhalen is dat zo. Karagöz en Haçivat bijvoorbeeld, hoofdpersonages in Turkse verhalen en poppenspelen zijn enigszins te vergelijken met onze Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak.
Buiten verwachting daagden op de eerste bijeenkomst van de ongewone groep een twintigtal enthousiaste kandidaten op en allengs zou blijken dat er heel wat talent in huis was. Zowat alle windstreken waren vertegenwoordigd zodat er zonder problemen van een kleurrijke bende kon
gesproken worden die zich bovendien in de meest verschillende talen trachtte verstaanbaar te maken. Enkele spelers woonden hier al langer en spraken dan ook al behoorlijk Nederlands, voor anderen was het behelpen met een beetje Engels of met gebarentaal.
Allemaal geen probleem want het ging tenslotte om muziektheater en muziek is wel de meest begrepen taal die er is. Dansen en zingen, ritmisch en expressief bewegen, dat zit bij velen in de genen en eens de eerste kennismaking achter de rug, kwamen ze los. Eén van de deelnemers Yousouf uit Koeweit vertelt over de eerste kennismaking en daarna:
|
"Iedereen van de aanwezigen stelde zich even voor en gaf een woordje uitleg over zichzelf. Toen het mijn beurt was, wist ik niet wat te zeggen. Ik was een beetje zenuwachtig. Naast me zat Els, het meisje dat het toneelstuk regisseerde. Ze steunde me en moedigde mij aan. Na mij nam zij het woord om de kennismaking af te sluiten. Els zei: ik wil jullie allemaal zien dansen. De muziek begon te spelen en wij dansten tot onze repetitietijd op was voor die dag. Ik telde de dagen, dag na dag tot het weer zaterdag was. Op zaterdag zelf begon ik de uren te tellen tot het weer 14 u.30 was. Dan ging ik naar het toneel… Het eigenaardige is dat we samen het gevoel hadden dat we tot één lichaam behoren met hetzelfde kloppend hart. Wanneer iemand te laat of ziek was dan vroeg iedereen naar hem of haar. Dat vind ik zo mooi. Dat is ook eigen aan Torhout, mijn kleine mooie stadje… Torhout, ik hou van je!" (Vertaling: Villanella).
|
Waarom het Sneeuwwit werd en niet iets anders heeft twee redenen. Vooreerst wilden Els en Sophie niet de zoveelste voorstelling maken waarop elke allochtoon zijn nummertje doet of nog maar eens uit zijn miserie vertelt. De samenstelling van de groep sprak voor zich zelf, meenden de makers en met deze mensen een voorstelling opzetten is op zich al een duidelijk politiek statement. Een tweede reden om Sneeuwwit te doen was dat de inhoud en de tekst in de sprankelende bewerking die Jules Deelder, de bekende Rotterdamse dichter en performer, maakte, enorm veel uitgangspunten bood om de smeltkroes van culturen in een herkenbaar geheel tot explosie te laten komen.
|
Sneeuwwitje en haar "beul"
(c) Archief Leen Denoulet
|
Het werd een voorstelling vol kleur en schittering, vol verrassingen, niet alleen wat zang en dans betreft, maar ook, en niet zomaar een beetje, in belichting, aankleding, make-up en présence. Geen perfecte voorstelling, daarvoor waren de vertolkers, de diamanten, nog niet
voldoende geslepen, maar zelfs ruwe diamanten kunnen schitteren.
Het Nederlands werd wel eens vervangen door de eigen taal van de acteur of actrice, maar precies het zich kwaad maken of andere hevige gevoelens uiten in de eigen taal maakte de speler op dat ogenblik ook zo geloofwaardig.
Naarmate de voorstelling vorderde kwam ook steeds meer talent vooral in dans en zang naar boven. Het showelement werd daarbij niet geschuwd en zeker ook niet de humor, onder meer in de opstelling van de zeven kabouters als schattige lelijkerds. Sneeuwwitje kreeg gestalte in een gitzwarte
Iraanse danseres en zangeres, de jaloerse blonde (Poolse?) koningin en stiefmoeder werd op haar wenken bediend door een glimmende Afrikaan en een bronzen Aziaat, terwijl we in de heks toch een authentieke Torhoutse actrice meenden te herkennen.
Er werd niets onverlet gelaten om zoveel mogelijk schwung in het spel te steken en het kon dan ook niet anders of de bruiloft van Sneeuwwitje en de prins eindigde op een verbroederingsfeest dat ook naar het publiek oversloeg. Volks en gemeend.
Het kan niet anders of de mensen die Sneeuwwit in Torhout, Tielt en Blankenberge zijn gaan spelen, zullen niet meer zijn zoals voordien. Het gebeurt ook zelden dat je als toeschouwer na een podiumgebeuren met een dergelijke gelukkig makende gedachte de zaal uitgaat.
Ter afronding nog het getuigenis van de Iraanse Shahien:
|
"Wat ik verwacht van dit theaterproject? De erkenning van de mensen dat vreemdelingen ook iets kunnen bijdragen in deze maatschappij. De Belgische overheid heeft me erkend, nu hoop ik dat de Belgische mensen volgen".
|
Info: 050/21.39.73 (Paul Warlop)
|
| Dit artikel werd reeds 213 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|