Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De Kerstman van Tg Stan en Dito’Dito: ook op kerstavond bieden zij troost 2 Juli 2004

Van 29 juni tot 15 juli vindt in Brussel het Komediefestival plaats. Onder het motto “Some like it Zot” wil het Kaaitheater de toeschouwers twee weken lang amuseren met theatervoorstellingen, stand-up comedians en cabaret, films, tekstlezingen en een heuse revue met aansluitend een groot feest als afsluiter van al dat leuks. Voor de opening van het festival vroeg het Kaaitheater aan Tg Stan en Dito’Dito om samen een komedie te maken. De twee gezelschappen besloten Le Père Noël est une ordure te bewerken. Het stuk werd in 1979 door de groep Splendid geschreven; een groep van zes acteurs, met name Josiane Balasko, Christian Clavier, Marie-Anne Chazel, Gérard Jugnot, Thierry Lhermitte en Bruno Moynot. Tg Stan en Dito’Dito noemden hun bewerking De Kerstman en maakten er een volkse komedie van die gepaard gaat met de nodige clichés.

Ten eerste is er het voorspelbare verhaal. Het is kerstavond. Pierre en Thérèse bevinden zich op het bureau van ‘Vriendschap in Nood’, een telefonische hulpdienst op vrijwillige basis voor wanhopige, depressieve mensen. Zoals te verwachten valt, reageren de vrijwilligers niet altijd zoals dat normaliter van hulpverleners verwacht wordt en denken sommige bellers dat ze met een andere soort van telefoonlijn te maken hebben. Daarnaast is er ook de ietwat vreemde huisbazin en bovenbuurvrouw van het hulpverlenende team die om de haverklap binnenvalt en met haar aanwezigheid zorgt voor mogelijke komische situaties. Wanneer één van de bellers uiteindelijk besluit om kerstavond bij ‘Vriendschap in Nood’ te gaan vieren en wanneer ook het marginale koppel Zézette en Félix daar arriveren, is het hek helemaal van de dam. Beller Katia is namelijk een travestiet, wat een dankbaar gegeven is om oneindig veel grapjes rond te bouwen. Grapjes die vaak echter voor de hand liggend zijn net zoals dit personage dat is. Ook de andere personages in het verhaal kunnen gemakkelijk gereduceerd worden tot een typetje. De zenuwachtige Pierre, de “gevaarlijke” Félix, de stoere maar simpele Zézette, de wereldvreemde huisbazin van Pierre en Thérèse, … Zowel de verwikkelingen tussen deze verschillende personages als hun clichématige karakterisering zijn oorzaak van komische situaties zoals die te verwachten zijn in een traditionele komedie.

Een tweede reden die de voorstelling weinig verrassend maakt, is het eenvoudige decor en de manier waarop dat gebruikt wordt. Alles speelt zich namelijk af in een klein, grauw kamertje dat centraal op het podium is neergepoot. De keuze om te spelen in een zeer benepen ruimte zorgt algauw voor een enorme chaos die komisch kan werken. Sommige personages zouden elkaar immers niet mogen ontmoeten omwille van de intriges die zich afspelen, maar gezien de enge ruimte gebeurt het onvermijdelijke toch. Gelukkig bevinden zich in het kamertje twee deuren die (zoals dat een dergelijke komedie betaamt) naarstig gebruikt worden naarmate de verwikkelingen in het verhaal toenemen.

Verder past ook de kostumering in het plaatje van het opzet van deze komedie. De kostuums zijn een expliciete bevestiging van de verschillende typetjes en kunnen daardoor bijdragen aan de humoristische waarde van de personages. Pierre en Thérèse dragen bijvoorbeeld weinig opvallende kleren en passen daardoor perfect in het groezelige kamertje. En dat Zézette aan de rand van de maatschappij leeft, blijkt ondermeer uit haar absoluut onmodieuze en bovendien te grote jas. Het is evenwel Damiaan De Schrijver die de rest naar de kroon steekt wanneer hij als Katia zijn entree maakt. Een blonde pruik, potsierlijke oorbellen, een zwart strak jurkje en schoenen met een hakje (althans één schoen). Als is het misschien net iets te gemakkelijk scoren met een dergelijke goedkoop uitgedoste travestiet.

Tenslotte is er nog de acteerstijl. De acteurs hebben mijns inziens niet veel vrijheid in het neerzetten van hun personages net omdat deze zeer eenduidig zijn. Bijgevolg draagt het acteren vooral bij aan de uitvergroting van de personages. Zo trekken Pierre en Thérèse bijvoorbeeld regelmatig grimassen en richten ze zich daarbij rechtstreeks naar het publiek om als het ware vanuit dat persoonlijke contact om een directe reactie te vragen. Daarnaast maken de acteurs vaak overdreven bewegingen of herhalen ze een beweging tot die komisch wordt. En daar wringt het schoentje soms. Want bij momenten vallen sommige acteurs door hun rol en kunnen ze zelf hun lach niet bedwingen. Hoewel dit in voorstellingen van bijvoorbeeld Tg Stan wel vaker voorkomt, is het in deze voorstelling storend. De acteurs zijn in hun rol immers te veel een type en te weinig mens. Doordat ze zelf in de lach schieten, wordt de oppervlakkige fictieve wereld mijns inziens te bruusk doorprikt en kan een dergelijke overgang mogelijk voor enige ergernis bij de toeschouwer zorgen. Voor wie evenwel uit is op een avondje ontspannen volksvertier, is deze voorstelling wellicht een aanrader.


Info: www.komediefestival.be of www.stan.be

Dit artikel werd reeds 135 keer gelezen.auteur(s):Kerensa Verhoosel