Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Crash: Technologie als manipulator van lichaam en geest 13 Juni 2004

Vol verwachting vertrek ik naar de voorstelling Crash van Crew, Het Toneelhuis en de Rotterdamse schouwburg. Ik heb namelijk reeds gehoord van de gelijknamige roman van J.G. Ballard, die als inspiratiebron voor deze voorstelling fungeerde. Een boek waarin ene Robert Vaughan obsessief fantaseert over seks en auto-ongevallen. Waarin mens en machine versmelten in de seksuele daad. Verder ken ik ook de theaterexperimenten van Peter Verhelst en Eric Joris die de afgelopen theaterseizoenen plaatsvonden. Zo was ik een bezoeker van Verhelsts Sprookjesbordeel (Het Toneelhuis, 2001-2002). Tijdens het bezoek stond de persoonlijke zintuiglijke ervaring van de toeschouwer centraal. De toeschouwers werden individueel aangesproken en moesten hun veilige voyeuristische zetel inruilen voor een rol als actieve participant. Een rol waarin de blik werd uitgeschakeld om de suggestie en fantasie vrij spel te geven. Daarnaast aanschouwde ik ook de voorstelling Philoctetes van Eric Joris (Crew, 2002-2003). Hoewel er in deze voorstelling nog steeds sprake was van een publiek in de traditionele zin van het woord, werd ook dit gebeuren een zintuiglijke overrompeling. De visualiteit van de toeschouwers werd enerzijds sterk gemanipuleerd door hun positionering in de theatrale ruimte en anderzijds door het indringende gebruik van technologie.

Met deze voorkennis arriveer ik dus in de Leopoldstraat in Antwerpen waar Crash plaats zal vinden. Vier opblaasbare autozetels staan in een gang van een verlaten herenhuis te wachten. Met vier zullen we hetzelfde lot ondergaan. Denk ik. Tot blijkt dat in Crash mijn eerdere ervaringen van Het Sprookjesbordeel en Philoctetes tot een symbiose komen. Het wordt een uiterst persoonlijke zintuiglijke ervaring door en in de technologie. We ondergaan niet hetzelfde lot. Net als de anderen word ik voor een rechtopstaande tafel gezet. Ik word vastgegespt en voorzien van een hoofdtelefoon en een soort van bril op mijn gezicht. Nog even zie ik de ruimte rondom me door deze bril. Dan wordt het plots een computergestuurde machine waarop beelden en woorden verschijnen die mijn blik veranderen. Sturen. Manipuleren. En met mijn blik ook mijn verstand. Op dat ogenblik wordt Crash een hoogstpersoonlijke ervaring. Elke deelnemer zal immers anders reageren op het manipulatieve spel. De een zal er snel in meegaan, de ander zal eraan (proberen) ontsnappen.

Doorheen het spel stel ik mezelf voortdurend de vraag of ik het onderscheid tussen de virtuele realiteit die zich voor mijn ogen afspeelt en de reële wereld waarin ik mij lichamelijk bevind nog kan maken. Aanvankelijk ben ik er van overtuigd dat de technologische trucjes geen vat op me hebben. Geleidelijk aan moet ik voor mezelf toegeven dat ik het onderscheid tussen reëel en virtueel niet meer zo duidelijk kan maken. Enerzijds zijn er de woorden van Peter Verhelst die mijn hoofd rechtstreeks binnendringen. De verschillende zinnen spelen een spel met mijn geest doordat de letters van een woord gewist en herschreven worden. Doordat de betekenis van de zinnen voortdurend verandert. Vragen branden zich op mijn netvlies en zorgen ervoor dat ik mijn eigen zijn in vraag begin te stellen.

Daarnaast zijn er ook de gefilmde beelden. Waar ze in het begin nog ver van me af lijken te staan, worden het stilaan steeds meer mijn beelden. Het is alsof ik binnentreed in de wereld die zich voor mijn ogen openbaart ook al ben ik me er nog van bewust dat die wereld niet mijn alledaagse realiteit is. De technologie domineert met andere woorden steeds meer mijn denken. De buddy die me doorheen deze ervaring leidt, steekt daar nog een handje in toe. Hij laat me in de lichamelijke werkelijkheid ervaren wat ik in de virtuele realiteit zie gebeuren. Daardoor voel ik niet alleen wat er met mijn lichaam gebeurt, ik zie het ook. Mijn verbeelding over de lichamelijke sensatie wordt onmiddellijk ingevuld. Ik zie mijn lichaam dat niet mijn lichaam is.
Uiteindelijk komt de crash. Letterlijk. Of zo voelt het toch. De tafel waarop ik lig wordt recht geduwd, voorbij haar verticale as. Mijn handen grijpen zich razendsnel vast aan de rand van de tafel om niet te vallen. Het beeld voor mijn ogen schakelt plots over op de ruimte waarin ik me al die tijd heb bevonden. Ik zie twee andere bezoekers vanuit mijn ooghoeken. Ik zie de kamer waar ik werd binnengebracht vooraleer ik mijn technologische trip begon. Ik blijk stevig met mijn beide voeten op de grond te staan. De crash vond enkel plaats in mijn hoofd, maar mijn lichaam reageerde. De ultieme crash. Lichaam en geest worden één op de grens van virtueel en reëel. Nu is het aan u. Durft u zich overgeven aan dit technologisch experiment?


Info: www.toneelhuis.be, www.crewonline.org

Dit artikel werd reeds 177 keer gelezen.auteur(s):Kerensa Verhoosel