| Schone leien, krassende griffels en andere | 21 Oktober 2001 |
Voor een aantal theaterhuizen valt het nieuwe seizoen samen met het
presenteren van nieuwe gezichten, andere directies, jonge spelers en
regisseurs.
Theater Zuidpool (Antwerpen) treedt aan met een heel nieuw gezelschap: acht
spelers die men twee jaar lang of langer hoopt samen te houden, een
collectief, met dien verstande dat Koen De Sutter artistiek leider is maar
iedereen voor alles kan worden ingezet. Jan Steen bijt daar de spits af om
als regisseur op te treden en dan nog wel met een regie van Oom Vanja van
Anton Tsjechov.
Bij Theater Malpertuis (Tielt) werd Bob De Moor de nieuwe artistieke leider,
nadat Sam Bogaerts na veel geharrewar omtrent noodzakelijke bezuinigingen de
deur achter zich dichttrok. Malpertuis heeft dus een overgangsseizoen voor
de boeg en begint met een remake van Nieuwe Meubelen, meteen het regiedebuut
van actrice Tania Van der Sanden.
Helemaal nieuw is Het Publiekstheater Gent, dat op de grondvesten van het
NTG is opgetrokken, maar enkel nog de behuizing van het NTG overhoudt en
daar ook het plateau van Arca heeft bijgenomen. De programmering die vast
lag voor het plotse overlijden van artistiek directeur Jean-Pierre De
Decker, wordt uitgevoerd met opvallend veel jong bloed.
 |
Chris Thys en Koen De Graeve in Parasieten |
In Brussel zit in de bottelarij (KVS) een nieuwe ploeg in het zadel onder de
artistieke leiding van Jan Goossens. Er wordt gewerkt vanuit een kleine
vaste kern van hoofdzakelijk nieuwe krachten. Vier regisseurs en een
collectief zijn verantwoordelijk voor de vijf producties van het seizoen,
dat gestart is met Parasieten in een regie van de jonge Raven Ruëll.
Nieuwe schrijvers introduceren, nieuwe regisseurs en spelers kansen geven.
Het lijkt de jaren zeventig wel, met dat verschil dat de wind nu meer vanuit
het Duitse taalgebied komt en minder van over het Kanaal. Toch wekt Marius
von Mayenburg (°1972) met zijn Parasieten (vertaling uit het Duits door
Matthias Dusesoi) de indruk tot de generatie van de angry young men à la
John Osborne te behoren. Het is een deprimerend stuk vol bitsigheid en
kwetsende uitlatingen. De schrijver dacht er eerst aan zijn stuk Gestank te
betitelen. Er gaat inderdaad een kwalijke geur van uit, van die kleine
gemeenschap aan de rand van de burgerlijkheid. Twee jonge koppels en een
oudere man die een ongeluk veroorzaakte dat als een rode draad door het stuk
loopt maar slechts een voorwendsel is om mensen samen te brengen die elkaar
moeilijk kunnen verdragen. En het ziet er niet naar uit dat daar ooit
verandering in komt. Een sfeerbeeld? Een maatschappijkritische aanklacht? Je
neemt er van mee wat je denkt te moeten meenemen. Voor de jonge cast die met
regisseur Raven Ruëll meetrok in het avontuur een te zware opdracht, ondanks
het relativerende en flegmatieke spel dat de boventoon uitmaakt. De te jonge
spelers kunnen het gebrek aan technische bagage in het spreken en in het
opbouwen van spanningscurven niet loochenen. Alleen de geroutineerde maar
altijd jeugdige Chris Thijs heeft vaste grond onder de voeten. Raven Ruëll
is nochtans een man om te volgen. Hij heeft een aanvaardbare regie
voorgelegd die door de spelers niet voldoende kon worden gerealiseerd. Nog
tot einde oktober.
E-mail: info@kvs.be
Voor Met angst en beven werkt Het Publiekstheater Gent samen met de
opleiding drama van de Gentse Hogeschool en Ignace Cornelissen, de
artistieke leider en regisseur van Het Gevolg, voert in de Minnemeers drie
jonge tonelisten aan in een spel waarin vooral de nadruk op het vormelijke
ligt. Dat blijkt een verantwoorde keuze om de beginnende spelers voor de
leeuwen van de kritiek te gooien. Het stuk is een zeer levendige bewerking
van het gelijknamige boek van Amélie Nothomb (°1964), een schrijfster die
over een superieure fantasie en even grandiose stijl beschikt. Maar in Met
angst en beven blijkt het om een persoonlijk beleefde nachtmerrie te gaan,
een hellevaart die een jaar duurde en waarin de botsing tussen Westerse en
Oosterse cultuur ongewone en onvoorstelbare proporties aanneemt. Wie de
voorstelling gaat zien moet zeker ook het boek lezen, en omgekeerd, wie het
boek gelezen heeft, moet de voorstelling gaan zien. In het boek wordt dieper
ingegaan op de psychologische kanten die de cultuurschok teweegbrengt. In
het stuk gaat het vooral om het absurde van de situatie. Je kan je gewoon
niet inbeelden dat werken in een multinational tot dergelijke gekte kan
leiden. David Cantens, Leonthine van Wassenhove en Kristof Verhassel werken
zich danig in het zweet om de regie ter wille te zijn, die alles wat ze ooit
aan spreektechniek en bewegingsleer hebben geleerd opeist. Ze brengen een
voorstelling die bij momenten als een wervelwind over de scène raast en
nieuwsgierig maakt hoe dit drietal het zou doen als ze eens met minder tekst
en met meer gevoelens mochten omgaan.
Tot 20 oktober. www.publiekstheater.be
Een stuk spelen van Anton Tsjechov (1860-1904) is altijd een risicovolle
onderneming. Voor Theater Zuidpool, dat dit seizoen ook nog een stuk van de
nog veel meer klassieke Jean Racine (Britannicus) zal spelen, geen bezwaar.
Het collectief dat nu in Zuidpool aan de macht is, ziet theater als een
gebeuren dat prachtig inspeelt op de actualiteit. De spelers worden dan ook
verzocht teksten aan te brengen die daaraan beantwoorden, ongeacht uit welke
periode van de theatergeschiedenis ze ook komen. Het is ook de bedoeling dat
men zich niet alleen als speler manifesteert, maar in meerdere disciplines
kan presteren. Met dit in het achterhoofd is het niet verwonderlijk dat Jan
Steen, die men als acteur kent, ook regisseert. Hij koos Oom Vanja (1899)
 |
| Oom vanja |
van Tsjechov omwille van de auteur die hij belangrijk vindt maar vooral
omdat hij in dat stuk heel veel terugvindt van de onzekerheid die de
hedendaagse maatschappij bezighoudt. Daarenboven wil hij op het vormelijke
vlak een aantal dingen uitproberen en Oom Vanja, gesitueerd op een immens
landgoed in een groot berkenbos, leent zich daar uitstekend voor. Het decor
is uitgebouwd tot in de kleedkamers van Zuidpool, wat mogelijkheden biedt
voor simultaan spel, dat de sfeer van drukte verhoogt waarin de vele
personages zich bewegen. In hoofdzaak gaat het in Oom Vanja om een aantal
liefdesintriges en over bezit en wat je er mee kan doen in tijden van
onzekerheid. Het is een statisch drama in die zin dat het stuk eindigt zoals
het is begonnen, met andere woorden, er verandert in essentie niets, noch
aan de situatie, noch op het persoonlijke vlak. Vanja gaat uiteindelijk weer
het landgoed beheren, de gasten gaan weg zoals elk jaar rond deze tijd.
Zoals altijd zijn ze er van overtuigd dat het zo niet kan blijven duren,
maar zelf een poot uitsteken om iets te veranderen zit er niet in. Zelfs
niet bij de dokter, spreekbuis van Tsjechov zelf.
De voorstelling overtuigt omdat ze niet gehaakt is op puur herkenbaar
realisme maar op het voortdurend laten exploderen van gevoelens zodat een
uitvergroting ontstaat, niet alleen in het decor, maar ook in het handelen
en spreken van de personages. Een bijzonder geval is het accentueren van de
rol van de maman in het stuk, een rol die andere regisseurs wel eens
schrappen. De invulling die Johan Heldenbergh aan dit personage geeft is een
compositie die bestaat uit verschillende moeders. Zij is een altijd bezige
bij in deze wel bijzondere bijenkorf. Haar sterk doorgedreven drukdoenderij
biedt de acteur ruime gelegenheid zijn creativiteit uit te leven. Hij loopt
door het stuk alsof hij alleen in de gedachten van de personages leeft, voor
zover ze met de eeuwig aanwezige maman rekening houden. Een rol die als een
stuk in het stuk meedraait. Een gedurfde visie.
Reisvoorstellingen. www.zuidpool.be
Met enige aandacht voor nuances kan je zeggen dat de absurditeit van het
dagelijks bestaan zowat de rode draad vormt in de hier besproken
voorstellingen. Dat is zeker het geval bij Theater Malpertuis in Nieuwe
meubelen, een tekst van Ph.Hypyle J.Le Cesman, een even absurde naam als de
inhoud van het stuk dat door Tania Van der Sanden wordt geregisseerd. De
auteur geeft carte blanche door voorop te stellen dat "theatermakers die
mijn werk spelen zoals het er staat, begrijpen het niet. Ieder ander die er
mee aan de slag gaat, voegt er iets aan toe." Iets zal wel te weinig zijn.
Het komt er op aan over een redelijke dosis fantasie te beschikken en Van
der Sanden en haar ploeg doen een lofwaardige poging. Het publiek wordt al
in de beginscène op het verkeerde been gezet, want wie gelijkt nu zo sterk
op het behang dat de muren van de kamer siert?
 |
Herwig De Weerdt & Philippe Ceulemans in Nieuwe Meubelen |
De handeling is voor een deel gesitueerd in een inrichting voor dolgedraaide
schrijvers, maar de tijd slingert van heden naar verleden en terug en in
feite blijkt het om een doodgewone liefdesaffaire te gaan. Of toch niet?
Drie mannen en éen vrouw brengen de gekte aan de macht, scheppen verwarring
in hart en geest, verkeren in zeer herkenbare toestanden maar dan kloppen
hun dialogen nauwelijks. Het is een absurditeit die herinnert aan De kale
zangeres van Ionesco waar helemaal geen zangeres aan te pas komt. Het is een
voorstelling die je zo op je laat afkomen, die je met je eigen fantasie
aanvult waar nodig, waar je geen vragen bij hebt, omdat het een zeepbel is
die net lang genoeg blijft hangen om er op te wijzen dat er voor
ingewikkelde situaties best eenvoudige oplossingen bestaan. Een
pretentieloze productie.
Reisvoorstellingen. info@malpertuis.be
Foto 1: Patrick De Spiegelaere
Foto 2: Kurt Van Der Elst
Foto 3: Bart Van Den Driessche
|
| Dit artikel werd reeds 306 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|