Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Schone leien, krassende griffels en andere 21 Oktober 2001

Voor een aantal theaterhuizen valt het nieuwe seizoen samen met het presenteren van nieuwe gezichten, andere directies, jonge spelers en regisseurs.

Theater Zuidpool (Antwerpen) treedt aan met een heel nieuw gezelschap: acht spelers die men twee jaar lang of langer hoopt samen te houden, een collectief, met dien verstande dat Koen De Sutter artistiek leider is maar iedereen voor alles kan worden ingezet. Jan Steen bijt daar de spits af om als regisseur op te treden en dan nog wel met een regie van Oom Vanja van Anton Tsjechov.

Bij Theater Malpertuis (Tielt) werd Bob De Moor de nieuwe artistieke leider, nadat Sam Bogaerts na veel geharrewar omtrent noodzakelijke bezuinigingen de deur achter zich dichttrok. Malpertuis heeft dus een overgangsseizoen voor de boeg en begint met een remake van Nieuwe Meubelen, meteen het regiedebuut van actrice Tania Van der Sanden.

Helemaal nieuw is Het Publiekstheater Gent, dat op de grondvesten van het NTG is opgetrokken, maar enkel nog de behuizing van het NTG overhoudt en daar ook het plateau van Arca heeft bijgenomen. De programmering die vast lag voor het plotse overlijden van artistiek directeur Jean-Pierre De Decker, wordt uitgevoerd met opvallend veel jong bloed.

Chris Thys en Koen De Graeve
in Parasieten
In Brussel zit in de bottelarij (KVS) een nieuwe ploeg in het zadel onder de artistieke leiding van Jan Goossens. Er wordt gewerkt vanuit een kleine vaste kern van hoofdzakelijk nieuwe krachten. Vier regisseurs en een collectief zijn verantwoordelijk voor de vijf producties van het seizoen, dat gestart is met Parasieten in een regie van de jonge Raven Ruëll.

Nieuwe schrijvers introduceren, nieuwe regisseurs en spelers kansen geven. Het lijkt de jaren zeventig wel, met dat verschil dat de wind nu meer vanuit het Duitse taalgebied komt en minder van over het Kanaal. Toch wekt Marius von Mayenburg (°1972) met zijn Parasieten (vertaling uit het Duits door Matthias Dusesoi) de indruk tot de generatie van de angry young men à la John Osborne te behoren. Het is een deprimerend stuk vol bitsigheid en kwetsende uitlatingen. De schrijver dacht er eerst aan zijn stuk Gestank te betitelen. Er gaat inderdaad een kwalijke geur van uit, van die kleine gemeenschap aan de rand van de burgerlijkheid. Twee jonge koppels en een oudere man die een ongeluk veroorzaakte dat als een rode draad door het stuk loopt maar slechts een voorwendsel is om mensen samen te brengen die elkaar moeilijk kunnen verdragen. En het ziet er niet naar uit dat daar ooit verandering in komt. Een sfeerbeeld? Een maatschappijkritische aanklacht? Je neemt er van mee wat je denkt te moeten meenemen. Voor de jonge cast die met regisseur Raven Ruëll meetrok in het avontuur een te zware opdracht, ondanks het relativerende en flegmatieke spel dat de boventoon uitmaakt. De te jonge spelers kunnen het gebrek aan technische bagage in het spreken en in het opbouwen van spanningscurven niet loochenen. Alleen de geroutineerde maar altijd jeugdige Chris Thijs heeft vaste grond onder de voeten. Raven Ruëll is nochtans een man om te volgen. Hij heeft een aanvaardbare regie voorgelegd die door de spelers niet voldoende kon worden gerealiseerd. Nog tot einde oktober.
E-mail: info@kvs.be

Voor Met angst en beven werkt Het Publiekstheater Gent samen met de opleiding drama van de Gentse Hogeschool en Ignace Cornelissen, de artistieke leider en regisseur van Het Gevolg, voert in de Minnemeers drie jonge tonelisten aan in een spel waarin vooral de nadruk op het vormelijke ligt. Dat blijkt een verantwoorde keuze om de beginnende spelers voor de leeuwen van de kritiek te gooien. Het stuk is een zeer levendige bewerking van het gelijknamige boek van Amélie Nothomb (°1964), een schrijfster die over een superieure fantasie en even grandiose stijl beschikt. Maar in Met angst en beven blijkt het om een persoonlijk beleefde nachtmerrie te gaan, een hellevaart die een jaar duurde en waarin de botsing tussen Westerse en Oosterse cultuur ongewone en onvoorstelbare proporties aanneemt. Wie de voorstelling gaat zien moet zeker ook het boek lezen, en omgekeerd, wie het boek gelezen heeft, moet de voorstelling gaan zien. In het boek wordt dieper ingegaan op de psychologische kanten die de cultuurschok teweegbrengt. In het stuk gaat het vooral om het absurde van de situatie. Je kan je gewoon niet inbeelden dat werken in een multinational tot dergelijke gekte kan leiden. David Cantens, Leonthine van Wassenhove en Kristof Verhassel werken zich danig in het zweet om de regie ter wille te zijn, die alles wat ze ooit aan spreektechniek en bewegingsleer hebben geleerd opeist. Ze brengen een voorstelling die bij momenten als een wervelwind over de scène raast en nieuwsgierig maakt hoe dit drietal het zou doen als ze eens met minder tekst en met meer gevoelens mochten omgaan.
Tot 20 oktober. www.publiekstheater.be

Een stuk spelen van Anton Tsjechov (1860-1904) is altijd een risicovolle onderneming. Voor Theater Zuidpool, dat dit seizoen ook nog een stuk van de nog veel meer klassieke Jean Racine (Britannicus) zal spelen, geen bezwaar. Het collectief dat nu in Zuidpool aan de macht is, ziet theater als een gebeuren dat prachtig inspeelt op de actualiteit. De spelers worden dan ook verzocht teksten aan te brengen die daaraan beantwoorden, ongeacht uit welke periode van de theatergeschiedenis ze ook komen. Het is ook de bedoeling dat men zich niet alleen als speler manifesteert, maar in meerdere disciplines kan presteren. Met dit in het achterhoofd is het niet verwonderlijk dat Jan Steen, die men als acteur kent, ook regisseert. Hij koos Oom Vanja (1899)

Oom vanja
van Tsjechov omwille van de auteur die hij belangrijk vindt maar vooral omdat hij in dat stuk heel veel terugvindt van de onzekerheid die de hedendaagse maatschappij bezighoudt. Daarenboven wil hij op het vormelijke vlak een aantal dingen uitproberen en Oom Vanja, gesitueerd op een immens landgoed in een groot berkenbos, leent zich daar uitstekend voor. Het decor is uitgebouwd tot in de kleedkamers van Zuidpool, wat mogelijkheden biedt voor simultaan spel, dat de sfeer van drukte verhoogt waarin de vele personages zich bewegen. In hoofdzaak gaat het in Oom Vanja om een aantal liefdesintriges en over bezit en wat je er mee kan doen in tijden van onzekerheid. Het is een statisch drama in die zin dat het stuk eindigt zoals het is begonnen, met andere woorden, er verandert in essentie niets, noch aan de situatie, noch op het persoonlijke vlak. Vanja gaat uiteindelijk weer het landgoed beheren, de gasten gaan weg zoals elk jaar rond deze tijd. Zoals altijd zijn ze er van overtuigd dat het zo niet kan blijven duren, maar zelf een poot uitsteken om iets te veranderen zit er niet in. Zelfs niet bij de dokter, spreekbuis van Tsjechov zelf.
De voorstelling overtuigt omdat ze niet gehaakt is op puur herkenbaar realisme maar op het voortdurend laten exploderen van gevoelens zodat een uitvergroting ontstaat, niet alleen in het decor, maar ook in het handelen en spreken van de personages. Een bijzonder geval is het accentueren van de rol van de maman in het stuk, een rol die andere regisseurs wel eens schrappen. De invulling die Johan Heldenbergh aan dit personage geeft is een compositie die bestaat uit verschillende moeders. Zij is een altijd bezige bij in deze wel bijzondere bijenkorf. Haar sterk doorgedreven drukdoenderij biedt de acteur ruime gelegenheid zijn creativiteit uit te leven. Hij loopt door het stuk alsof hij alleen in de gedachten van de personages leeft, voor zover ze met de eeuwig aanwezige maman rekening houden. Een rol die als een stuk in het stuk meedraait. Een gedurfde visie.
Reisvoorstellingen. www.zuidpool.be

Met enige aandacht voor nuances kan je zeggen dat de absurditeit van het dagelijks bestaan zowat de rode draad vormt in de hier besproken voorstellingen. Dat is zeker het geval bij Theater Malpertuis in Nieuwe meubelen, een tekst van Ph.Hypyle J.Le Cesman, een even absurde naam als de inhoud van het stuk dat door Tania Van der Sanden wordt geregisseerd. De auteur geeft carte blanche door voorop te stellen dat "theatermakers die mijn werk spelen zoals het er staat, begrijpen het niet. Ieder ander die er mee aan de slag gaat, voegt er iets aan toe." Iets zal wel te weinig zijn. Het komt er op aan over een redelijke dosis fantasie te beschikken en Van der Sanden en haar ploeg doen een lofwaardige poging. Het publiek wordt al in de beginscène op het verkeerde been gezet, want wie gelijkt nu zo sterk op het behang dat de muren van de kamer siert?
Herwig De Weerdt & Philippe Ceulemans
in Nieuwe Meubelen
De handeling is voor een deel gesitueerd in een inrichting voor dolgedraaide schrijvers, maar de tijd slingert van heden naar verleden en terug en in feite blijkt het om een doodgewone liefdesaffaire te gaan. Of toch niet? Drie mannen en éen vrouw brengen de gekte aan de macht, scheppen verwarring in hart en geest, verkeren in zeer herkenbare toestanden maar dan kloppen hun dialogen nauwelijks. Het is een absurditeit die herinnert aan De kale zangeres van Ionesco waar helemaal geen zangeres aan te pas komt. Het is een voorstelling die je zo op je laat afkomen, die je met je eigen fantasie aanvult waar nodig, waar je geen vragen bij hebt, omdat het een zeepbel is die net lang genoeg blijft hangen om er op te wijzen dat er voor ingewikkelde situaties best eenvoudige oplossingen bestaan. Een pretentieloze productie.
Reisvoorstellingen. info@malpertuis.be



Foto 1: Patrick De Spiegelaere
Foto 2: Kurt Van Der Elst
Foto 3: Bart Van Den Driessche

Dit artikel werd reeds 306 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel