Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Der Silbersee: bitterzoete parabel. 4 Mei 2004

De verstrengeling muziek en theater kent vele variaties. Der Silbersee van Kurt Weill is er wel een heel bijzondere vorm van. Dat het werk tot nu toe weinig werd uitgevoerd heeft zeker te maken met de parabelvorm die Georg Kaiser er aan gaf, maar het zal vooral de moeilijkheidsgraad van de compositie zijn die afschrikt en natuurlijk ook het grote aantal uitvoerders dat voor een degelijke uitvoering nodig is.

De jonge dirigent Steven Decraene heeft uitgerekend dit werk gekozen als eindwerk voor zijn dirigentenopleiding in Gent. Hij kreeg steun van het West-Vlaams Provinciebestuur, van de stad Brugge, het Brugse kunstencentrum De Werf en van het Cultuurcentrum Brugge (en nog enkele sponsors) en kon voor de artistieke realisatie op de medewerking rekenen van zijn vrij groot kamerorkest Artis Dulcedo, het Gentse gemengd koor Novecanto, een schare jonge solisten en figuranten. De regie berust bij Rik Dejonghe, die bij De Werf al een aantal producties met jongeren op de planken zette.

De productie is op meerdere vlakken interessant. Voor Kurt Weill, die als componist vooral gelinieerd wordt aan het werk van Bertolt Brecht, was Der Silbersee niet alleen geen opera, het is zeker ook geen compositie met een zo sterke militante inslag als bijvoorbeeld Der Dreigroschenoper. Wat niet belet dat Weill een partituur aanbiedt die meerdere verrassingen inhoudt. Voor jonge musici kan ze een uitdaging zijn en ook voor al wie Weills stijl echt wil leren kennen.

Voor toneelschrijver Georg Kaiser was het stuk een zoveelste versie van zijn expressionistische visie op de mens die voortdurend op zoek is naar een betere wereld maar de juiste uitweg niet vindt. Kaiser had het in Duitsland al tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de stok met de censuur maar ook daarna. In 1933 werd Der Silbersee door de Nazi’s verboden. De schrijver werd als “cultureel bolsjewist” bestempeld en zijn werken werden openbaar verbrand. Kaiser bleef echter schrijven, eerst vanuit Amsterdam, daarna vanuit Zwitserland, waar hij voor de Gestapo gevlucht was en waar hij in 1945 stierf.

Waarom dan nu Der Silbersee? Bijzonder aan die “onderneming” is, dat in een periode waarin minimalisme wordt opgelegd omdat van hoger hand en vanuit de private sector, steeds minder middelen ter beschikking staan om kunst te produceren, het toch mogelijk blijkt iets te realiseren dat deuren en harten opent, en mensen van verschillende leeftijden en vanuit verschillende ervaringen, samenbrengt. Opvallend daarin is de vruchtbare samenwerking tussen beroepslui en amateurs en het geloof in het talent van een schare jongeren. Het spreekwoordelijke geloof heeft hier waarlijk een berg verzet.

Der Silbersee is naar het publiek toe, een zeer toegankelijk kunstwerk, volkstheater op niveau kan je zeggen. De muziek is zeer gevarieerd. Nu eens harmonieus dan weer dissonant. Jong en fris gebracht door 45 veelal jonge muzikanten, door Steven Decraene met sterke hand, zonder overhaasting, met hier en daar een persoonlijke toets, geleid. De scène wordt voortdurend bespeeld door een groep figuranten, een zwijgend volk dat een levend decor vormt op de trappen van een halfrond, als een apart koor dat enkel via een bewegingspatroon commentaar geeft op wat gebeurt. Het andere, zingende koor is tot op het einde onzichtbaar en zijn opkomst in de finale zet zijn sterkte alle luister bij. Met de solisten, waarvan enkelen nog laatstejaarsstudenten zijn, heeft regisseur Dejonghe een zo sober mogelijke speelstijl betracht. De hele voorstelling heeft weinig of niets van het onnatuurlijke dat men bij gezongen teksten wel eens ervaart. De parabel die Kaiser schreef, geeft trouwens geen aanleiding tot extravagante analyses of heroïsch acteren. Kaiser voert geen helden ten tonele. Hoofdpersonage is een werkloze kruimeldief die met de politie in aanraking komt en daar iets teweeg brengt, omdat de politieman die op hem schoot tot inzicht komt. Daarmee is de wereldorde niet verstoord, noch verandert er iets aan de scheiding tussen arm en rijk. Kaiser gooit er een thrillerachtige intrige tegenaan en een vlucht uit een sprookjeskasteel. Het harde expressionisme van het interbellum krijgt hier een milde toon, maar de boodschap van medemenselijkheid in het streven naar rechtvaardigheid blijft hartverwarmend overeind. Der Silbersee is dan ook een ontroerende voorstelling, bitterzoet en omwille van het duidelijk aanwezige talent, vooral hoopgevend.

Der Silbersee, een wintersprookje, van Kurt Weill, Georg Kaiser, Steven Decraene, Rik Dejonghe en Artis Dulcedo, Novecanto, solisten, figuranten.

Dit artikel werd reeds 233 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel