Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Film- of theaterfestival? 21 Oktober 2001

Het is voor alle (Vlaamse) media groot nieuws: op het Filmfestival in Gent krijgt "Pauline en Paulette" van Lieven De Brauwer maar liefst 5 prijzen en wordt theaterdame Dora Van der Groen (Pauline) tot beste actrice uitgeroepen. Wie in films en/of op de televisie komt krijgt aandacht, wordt in het clubje van de VIPs opgenomen, is voer voor de media. Wie theater maakt niet. Maar wat zou het Vlaamse (en het Nederlandse) film- en televisiebedrijf zijn zonder het theater als leverancier van spelers, alhoewel er een groot verschil is tussen film en theater? Is het niet opmerkelijk dat de meeste Vlaamse films in veel gevallen verfilmd toneel zijn?

Op de slotdag van het Vlaamse luik van het Theaterfestival 2001 ging in Gent de (tiende) Thersitesprijs (van de Vereniging van de Vlaamse theaterjournalisten en critici) naar Dora Van der Groen. Dit eerbetoon aan één van de pioniers van het na-oorlogse Nederlandstalige theater is haast onopgemerkt aan kranten, weekbladen en andere media voorbijgegaan.

Dora Van der Groen in Tijl Uilenspiegel Dora Van der Groen in Mistero Buffo

Het juryrapport (in een redactie van Annelies De Waele) vermeldt haar uitgebreide staat van verdienste. Een nodige, ietwat zakelijke opsomming weliswaar maar velen die haar kennen en haar prestaties op het toneel, in de film en op de televisie hebben gevolgd, zullen er een weldoend geheugensteuntje in vinden, zonder haar grote rol als docente en pedagoge en haar realisaties als toneelregisseur te vergeten.

Onze laureaat, geboren in 1927, is iemand die zich als geen andere vrouw een weg baande door de naoorlogse Vlaamse theatergeschiedenis. Ze maakte in 1946 deel uit van de eerste lichting studenten van de Studio van het Nationaal Toneel, onder leiding van Herman Teirlinck. Ze acteerde onmiddellijk na afstuderen, in 1949, bij de KNS, maar stapte een jaar later alweer de wijde wereld in om samen met haar toenmalige echtgenoot Tone Brulin (ps. voor Antoon Van den Eynde) theater in eigen beheer te gaan maken. In 1955-56 accepteerde ze opnieuw een vast contract, in de KVS in Brussel dit keer, in andere Vlaamse theater kreeg ze – en dat was vrij uniek in het toenmalige theaterlandschap – vaak gastrollen aangeboden. In datzelfde magische jaar '55 speelde ze ook haar eerste opgemerkte rol in een langspeelfilm, 'Meeuwen sterven in de haven' van Roland Verhavert. Er zouden nog vele vele televisierollen en filmprestaties volgen, vooral nadat ze – ze had ondertussen drie zonen – begin de jaren '60 besloot nog maar sporadisch theater te maken. In 'Kat op een heet zinken dak' ('60-61') staat ze voor het laatst écht voluit op de planken, samen met haar tweede echtgenoot Wies Andersen (ps. voor Alois de Bois).

Vanaf 1978 werd ze artistiek leider van de toneelafdeling van het Conservatorium in Antwerpen. Meteen kreeg ze er carte blanche om die afdeling te gaan hervormen, wat ze met heel veel succes, maar vooral met heel veel ziel deed. 'Niet de zetel maakt je gelukkig, wel hoe je je voelt als je erin zit', was een van haar gevleugelde uitspraken in dit verband. Lucas Vandervost, Luk Perceval en Johan Van Assche zijn maar enkele van de leerlingen die ze eind jaren zeventig, begin jaren tachtig afgestudeerd afleverde en die later belangrijke sporen trokken en nog altijd trekken in het theater in Vlaanderen en Nederland. Sinds 1991 ging ze terug aan een andere kant van de theaterscène staan en maakte ze met onder meer 'Thyestes' van Hugo Claus, 'Decadence' van Steven Berkoff en 'De kus van de spinnevrouw ' van Manuel Puig een grandioze (derde) carrière als regisseur bij Het Zuidelijk Toneel."

De Thersitesprijs bedraagt 100.000 BEF. De jury bestond dit jaar uit Frank Peeters, Annelies De Waele en Roger Arteel.


Foto 1: Archief BRT TV
Foto 2: Marnix Poot

Dit artikel werd reeds 228 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel