| Leugen en waarheid in Prinsenhof | 25 Maart 2004 |
Dit seizoen is Filip Vanluchene duidelijk aanwezig in het Vlaamse repertoiretheater. Malpertuis (Tielt) programmeerde twee titels: Racing Sladek (naar Ödön von Horvath) en Prinsenhof; voor De Tijd schreef hij Basel retour, dat eind januari 2004 in première ging. Prinsenhof werd begin 1998 door De Korre (Brugge) gecreëerd in een regie van Bob De Moor, die inmiddels directeur van Malpertuis is geworden en nu meespeelt in een regie van Danny Keuppens, die ook van de toenmalige Korre komt en dramaturg is bij Malpertuis.
Prinsenhof van Filip Vanluchene vervangt bij Malpertuis het eerder aangekondigde Schaamfeest (De Nacht der Tribaden) van Per Olov Enquist, waarvan Vanluchene een nieuwe vertaling maakte. Er ontstond echter tijdens de repetities twijfel omtrent de noodzaak om dit stuk (een relatiedrama rond de schrijver August Strindberg) nu nog te spelen. Prinsenhof, dat Bob De Moor al gecreëerd had in zijn Korretijd, bleek de cast meer aan te spreken.
Kenmerkend voor het theater van Vanluchene, is de Vlaamse fond de teint die hij de personages of prototypes meegeeft en die in hoofdzaak een West-Vlaamse grondkleur is. De economische opgang van de kustprovincie is bekend maar is niet zonder problemen. Het is die dagelijkse worsteling van de modale en welstellende West-Vlaming, die op- en afreist tussen de autosnelwegen en de kapelletjeswegels, die de schrijver noteert en weergeeft in een typisch idioom en in een situatieschets waarin het met elkaar omgaan altijd iets van een geheim heeft, ingekapseld in een leugen.
In Prinsenhof gaat het over het kleine bedrijf van Vercaemer (Bob De Moor), de “koning” van de verhuizers en diens vrouw Francine (Christel Domen), en over Seetje, Francines broer (Mark Vandenbos), die bij hen inwoont en over alles onzeker is, en over het meisje Corine (Katrien Pierlet), het lief van de weggelopen zoon René. Vercaemer spreekt al maanden niet meer met Francine, al sedert de dertiende april. En waarom is Francine zo begaan met Corine?
Wat die mensen samenhoudt zijn een aantal verwachtingen, wensdromen eigenlijk. Ze willen hoger op, ze willen dromen waarmaken en ze willen ook de waarheid weten. Vercaemer droomt voor zijn bedrijf van een huizenhoge schaarlift uit Liechtenstein en voor zichzelf van een Braziliaanse schone op de achterbank van zijn wagen, van Parijse bordelen en van accordeons: “het ligt allemaal aan diezelfde oprit naar de autostrade”. Seetje droomt er van als vuurwerkmaker het vuurwerk voor het 500-jarig bestaan van de gemeente te mogen doen. Er worden handeltjes gedreven die niet zo zuiver zijn. De kleine “koningen” zitten, volgens de schrijver, gevangen tussen zwaartekracht (wat beneden is, de vleselijke lusten, het dierlijke) en genade (wat boven is, het woord, de verwoording, de waarheid, het geestelijke).
De symbolen die Vanluchene uitzet tillen het stuk (elk stuk van hem) hoog boven het anekdotische van waaruit hij vertrekt. Hij gebruikt graag het symbool van de autostrade als een vluchtweg, weg van het platteland en er toch een blijvend litteken in. Het vuurwerk van Seetje moet de geesten verlichten, moet alles veel klaarder en duidelijker maken. De lift van Vercaemer kan hem en de anderen bevrijden van veel (gewetens)last.
De scène is een bos van opgehangen ladders als zovele uitnodigingen om uit het dal van de onzekerheid en de leugen te klimmen.
Typisch voor het werk van Vanluchene is alleszins de manier van “vertellen”. De spelers zijn vooral vertellers die de situatie en elkaar beschrijven. De interactie wordt tot een minimum herleid. Op die manier is het moeilijker de spanning op te drijven, maar krijg je wel een duidelijke uiteenzetting ondanks de vele kronkels die Vanluchene aanwendt. De regie van Danny Keuppens zet de optie voor duidelijkheid alle kracht bij, maar hij noch de spelers kunnen het epische overwicht van Vanluchenes tekst ombuigen naar een meer geëmotioneerd spel. Diezelfde ervaring gaf Basel retour, gespeeld door De Tijd, in de regie van Lucas Vandervost. Ook in dit jongste stuk gaat de schrijver op dezelfde manier te werk als in een aantal vorige. In Montagnes Russes, waarvoor hij in 1997 de driejaarlijkse staatsprijs voor toneel ontving, doorbreekt Vanluchene zijn geliefkoosd procédé om de meer filosofische en cerebrale inhoud in een reeks momentopnamen te kristalliseren. Maar ook in Montagnes Russes is dus van een emotionele expressie weinig te zien.
Het wekt geen verwondering dat het werk van Filip Vanluchene zeer geëerd is bij Bob De Moor en Lucas Vandervost, twee eminente en zeer sobere vertellers die eigenlijk mede aan de oorsprong staan van een groot deel van Vanluchenes teksttheater. Inmiddels zijn echter andere manieren beproefd en getoond om een verhaal te vertellen en mag van iemand die eerst als speler en daarna als vertaler (van werk van Dario Fo!) en tenslotte als schrijver met toneel bezig is, verscheidenheid en evolutie worden verwacht.
Wat Danny Keuppens met zes leerling-acteurs van het Gentse conservatorium begin dit seizoen, bereikte in Racing Sladek was voor een deel te danken aan het herschrijven door Filip Vanluchene van zijn vroegere bewerking van Von Horvaths stuk. De eerste versie was voor Theater Antigone (Kortrijk) geen beste beurt. Bij Malpertuis gaf de nieuwe versie aanleiding tot het vrijkomen van veel speelvreugde en tot een dynamische voorstelling die letterlijk en figuurlijk aansloeg.
Ondanks de voortreffelijke regies en vertolkingen, trappelt Filip Van Luchene in Basel retour en Prinsenhof ter plaatse. Wat hij over zijn manier van theaterschrijven te vertellen had, heeft hij inmiddels al in verschillende teksten duidelijk gemaakt. Inhoudelijk zal hij, als zakenman die met beide voeten op de grond staat, nog heel wat te zeggen hebben. Daar is echter geen haast bij. Naar verluidt zal de Nederlandse regisseur Karst Woudstra (o.m. de man die Lars Norén in het Nederlands vertaalt en regisseert) in Duitsland (Stuttgart) van Vanluchene Risquons-tout regisseren. Een mooie gelegenheid voor een schrijver om zuurstof te happen.
Prinsenhof is nog te zien tot 10 april in Vlaanderen en Nederland.
Info:
Tel.: 051/40.62.90
info@malpertuis.be
www.malpertuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 223 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|