| De madam van ’t café van hierover | 12 Februari 2004 |
In de jongste productie van Theater Zuidpool (Antwerpen), De madam van ’t café van hierover, vallen een aantal componenten op een gelukkige, aangename, interessante, daarom niet superieure, maar toch verrassende manier samen. Het is een stuk van Koffi Kwahulé, hier tot nu toe totaal onbekend, in een regie van Johan Heldenbergh, minder onbekend en goed bezig, met Griet Debacker in de voornaamste rol, ten onrechte nogal onbekend. De productie wordt dit seizoen niet meer gespeeld, maar staat nog geprogrammeerd voor volgend seizoen, het laatste seizoen met de ploeg waarmee artistiek leider Koen De Sutter in 2001 begon.
Vanaf het seizoen 2005-2006 zorgen Koen Van Kaam en Jorgen Cassier immers als nieuwe artistieke leiders van Theater Zuidpool, voor een ander profiel. Maar als in de loop van het seizoen 2004-2005 De madam van ’t café van hierover, in de buurt is, ga dan maar eens kijken.
De madam van “t café van hierover, sluit aan bij een vorige productie van Theater Zuidpool: Katzelmacher, van R.W. Fassbinder.
In Katzelmacher gaat het over de komst en ontvangst van de eerste (Griekse) gastarbeiders in een kleine dorpsgemeenschap in Duitsland rond de jaren zeventig; in De madam van ’t café van hierover, gaat het over de ontvangst heden ten dage van een Afrikaan in een nog kleinere gemeenschap: de familie Bécquart, hier ergens in de buurt.
De Bécquarts houden er een zeer specifiek familieleven op na. Rituelen en symbolische handelingen vindt men er onder allerlei decadente vormen terug. Geen wonder dat Sékou, de vrijer van kleindochter Sandrine, en een évolué die openstaat voor veel nieuwe dingen, zich danig op zijn ongemak voelt bij het bizarre huwelijksceremonieel dat hij moet ondergaan, wil hij een volwaardig lid worden van de Béquartstam. In essentie komt het stuk van Koffi Kwahulé daarop neer, dat de familie Béquart symbool staat voor de westerse gemeenschap die ten onder gaat aan inteelt en nieuw bloed nodig heeft. Bloed speelt dan ook een grote rol in dit stuk en dat merk je al aan de rode kleur in het decor. In hoeverre de Bécquarts nog te redden vallen, blijft een open vraag.
Koffi Kwahulé zet de grootmoeder centraal. Zij is oermoeder en woordvoerster. Zij heeft het op een bijzondere manier over haar moeilijke relatie met pépé en de spanningen in de familie. Beetje bij beetje wordt het familiegeheim onthuld en blijkt de madam van ’t café van hierover een verzinsel van grootmoe om iets veel ergens te bedekken.
Haar lang verhaal als aanzet tot een verrassend ritueel kan maar slagen met een actrice die zoals Griet Debacker, haar tijd neemt en de ajuin van haar verleden afpelt, met het nodige zelfbeklag en relativeringsvermogen en niet zonder droge humor. Het Vlaams dat de actrice spreekt, geeft klank en kleur aan de driestuiverssolo die ze opvoert. Daarenboven houdt de auteur nog een verrassing in petto. Op het einde van het stuk ploft een decorwand naar beneden en de oude slagerij waarin de familie leeft, wordt een surrealistisch en kabaretesk draaiorgel, waarin de tot dan toe eerder timide pépé (Bob Snijers) zijn frustraties omtrent het amorele en destructieve familiegeheim, aanschouwelijk maakt.
In zijn regie weet Johan Heldenbergh de opdracht waar Griet De Backer een hele kluif aan heeft, goed te doseren. De symbolen en codes die hij dacht te ontdekken in de tekst heeft hij in de loop van het repetitieproces – en “proces” dient hier letterlijk te worden begrepen – laten varen om zoveel mogelijk eigen allusies in de plaats te zetten. Zo zou de onthulling van pépé’s draaiorgel op het einde, een eigen inbreng zijn. Wat de schrijver, die de première in Antwerpen heeft bijgewoond, daarvan dacht, weten we niet. Wel weten we dat met Koffi Kwahulé een auteur werd geïntroduceerd die mogelijkheden schept, zowel voor spelers als voor een regisseur.
Kwahulé werd door Koen De Sutter letterlijk ontdekt op een boekenbeurs ergens in Frankrijk. De Sutter was al langer op zoek naar goede Afrikaanse auteurs die onder meer de problematiek van eigenheid en integratie eens vanuit hun situatie zien. Men kan aannemen dat de schrijver zich uitspreekt via het personage van Sékou, trouwens zeer aanvaardbaar vertolkt door Mike Libanon. Dat de familie Bécquart door toedoen van regie en vertolkers, opvallend veel Vlaamse trekjes vertoont en toch nergens in goedkope pret ontspoort, is een verdienste te meer.
Voor wie meer wil lezen van Koffi Kwahulé en over de problematiek van onder meer inteelt en verval, is er het tijdschrift Zuidpool n° 28 voor 3,80 Euro.
Info: info@zuidpool.be en www.zuidpool.be
|
| Dit artikel werd reeds 212 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|