Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Joost Noydens 6 Januari 2004

Op 2 december 2003 is te Antwerpen acteur, regisseur en jeugdtheaterdirecteur Joost Noydens overleden. Hij was meer dan veertig verbonden geweest aan het Koninklijk Jeugdtheater van Antwerpen, de stad waar hij op 7 oktober 1922 geboren werd.

Joost Noydens behaalde aan het Kon. Conservatorium van Antwerpen de eerste prijzen in toneel en voordracht.

Hij debuteerde in 1941-1942 bij het eerste West-Europese permanente jeugdtoneel De Zonnebloem, gevestigd in de nu verdwenen zaal Concordia (Lange Gasthuisstraat 30), een initiatief van poppenspeler Jan Brugmans en Lode Rigouts. Daaruit is op 3 oktober 1942 (het was inmiddels volop oorlog!) het Jeugdtheater ontstaan, als een afdeling van de KNS, zonder financiële steun evenwel, onder impuls van Joris Diels (1903-1992), die op 27 mei 1942 directeur-generaal van de Koninklijke Theaters van Antwerpen was geworden, en Fred Engelen (1912-1967), jonge acteur-regisseur bij de KNS. Joost Noydens was er medewerker van het eerste uur.

Naast zijn vele opdrachten in het Jeugdtheater (dat in 1970 Koninklijk Jeugdtheater, KJT, is geworden), reisde Noydens Vlaanderen en een groot deel van Nederland af als solospeler met o.a. Reinaert de Vos, in een bewerking van Julius de Geyter, Het dwaallicht, van Willem Elssschot, en De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop, van Ernest Claes.

Hij was ook een graag geziene regisseur bij amateurverenigingen.

Noydens werd in januari 1969 directeur van het KJT in Antwerpen in opvolging van de in 1945 officieel benoemde eerste directeur: Corry (“tante”) Lievens (1903-1968). Op 31 oktober 1987 ging hij met pensioen en werd hij door Walter Merhottein (° Antwerpen, 1939) opgevolgd, die in april 1997 met pensioen ging.

Het KJT werd in februari 1996 een Instelling van Openbaar Nut en in november 1997 werd een nieuwe naam aanvaard: Het Paleis, die meteen een totaal nieuwe aanpak suggereerde. Sinds het toneelseizoen 1997-1998 staat Het Paleis onder de leiding van Barbara Wyckmans.

Onder de directie van Joost Noydens bood het KJT, dat voordien vooral bekend stond als een “sprookjestheater”, een veel gevarieerder programma aan. Noydens introduceerde hedendaagse, al eens controversiële stukken en gezelschappen, zoals het Duitse Gripstheater of het Zweedse Unga Klaratheatren. Hij wou zijn beleid afstemmen op wat op internationaal gebied bewoog in het kinder- en jongerentheater, zonder de eigen auteurs te vergeten, hoe ongelijk in kwaliteit het aanbod soms ook was.

Lieve Eeckhout, die als dramaturge bij het KJT heeft gewerkt en nu nog aan Het Paleis is verbonden, heeft Joost Noydens goed gekend en getuigde over hem in De Scène (november 1987): “Het is onder zijn impuls dat de eerste Vlaamse jeugdmusical tot stand kwam: De Straat zijn Wij! (Pierre Van Rompaey en Peter Welffens, 1969-70). Hij is bovendien de stuwende kracht geweest voor de danswereld in Antwerpen. Bewijs daarvan is de innige samenwerking van het KJT met de Balletschool van Antwerpen en de talrijke KJT-spektakels waarin jonge dansers belangrijke opdrachten vervulden. Gedurende zijn loopbaan heeft hij voortdurend geijverd voor een nauwer contact tussen de Vlaamse jeugdtheaters onderling en met zijn Waalse collega’s. Zijn ijver en goede bedoelingen zijn dikwijls gestrand op een muur van wantrouwen en broodnijd.

Wat ik nooit vergeet is zijn integriteit, zijn recht-door-zee, zijn eerlijkheid. Wat hij goed achtte, heeft hij verdedigd, steeds opnieuw. Kruiperij en kuiperij waren hem vreemd. Wat men ook over het KJT dacht of zei, hij heeft zijn gezelschap steeds hoog geschat en dat verkondigd aan ieder die het horen wilde”.

Joost Noydens heeft als theaterdirecteur de harde jaren gekend waarin minachtend, soms ook vanuit de theatersector zelf, op kindertheater werd neergekeken. Hij werd ook gedwongen verschillende keren van zaal te veranderen en de Overheid werd steeds kariger met financiële steun. Van de opgang van de televisie kon het KJT niet mee profiteren, zoals hij liet uitschijnen in een interview in Humo (nummer 1326): “Op de televisie gaat elk seizoen een jeugdfeuilleton. Alle acteurs daarin spelen ook voor volwassenen. We hebben nooit een aanbod gekregen om voor de televisie te werken. Ik heb niets tegen die acteurs. Maar het is niet eerlijk dat mensen, die altijd voor kinderen spelen, voor zoiets niet in aanmerking kunnen komen. Ze denken dat wij het niet kunnen. Ze achten zichzelf te groot.”

Dit artikel werd reeds 184 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel