Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Oom Wanja
Drama van de besluiteloosheid
7 November 2003

Tom Dewispelaere
& Ruth Becquart

(c) Phile Deprez
Stukken van Anton Tsjechov (1860-1904) zijn een bestendige uitdaging. Dat geeft ook Luk Perceval graag toe. Hij regisseerde al De Meeuw, Ivanov, De Kersentuin, en nu is het Oom Wanja: “het beste stuk van Tsjechov”. Maar deze Rus, die niet alleen schrijver maar ook arts was en wiens grootvader één van de laatste slaven was in het toenmalige tsaristische Rusland, blijkt in zijn werken ook acteurs sterk te inspireren. Veel van wat in de voorstelling van Oom Wanja te zien is, is beetje bij beetje ontstaan tijdens improvisaties, probeermomenten waarin de acteurs elk voor zich uittestten hoe ze hun draai konden vinden in een gegeven dat beladen is met stiltes en niets doen. Er is niets interessanter als mensen bekijken die niets doen. En daar begint de voorstelling dan ook mee. Minutenlang observeer je de acht mensen die op stoelen zitten te niksen maar onbewust zie je er bepaalde karaktertrekken in. Je leert ze kennen via hun houding, hun kleine bewegingen, hun lichaamstaal, hun geprevel of gemompel. Vooral van belang is, dat je merkt dat ze een persoonlijke uitstraling hebben, dat ze evenzo van elkaar verschillen als de stoelen waarop ze zitten.

Hans van Dam
& Gilda De Bal

(c) Phile Deprez
Perceval en zijn medewerkers hebben niet veel nodig om het drama op gang te brengen. Ze spelen vanuit een sterk inzicht in de tekst. Besluiteloosheid is het alles overheersende gevoel dat Tsjechov oproept. Elk personage afzonderlijk beseft ten gronde hoe ongelukkig het rondloopt op het prachtige landgoed. Annette Kurz, die voor de vormgeving zorgt, suggereert de handeling van het stuk liever op een oude dansvloer, een licht welvende parketvloer, waarop de bewegingen, en ook de contacten tussen de personages, iets onzekerder kunnen worden.

Oudere en jonge mensen lijden in Oom Wanja aan dezelfde ziekte: hun verlangen naar geluk is blijkbaar te groot voor hun lichaam. Vandaar een aantal uitbarstingen, hoogoplopende ruzies. Strovuren. Dan weer dat lange peinzen, dan gluren, lullen, brullen. Begeerten worden slecht overgebracht, oprispingen blijken anders bedoeld. De hele familie maakt zich stilaan belachelijk in
Tom Dewispelaere
(in balans tussen de groep)
(c) Phile Deprez
de onbeholpen manier van communiceren. Je krijgt er mee te doen. Je wil roepen: maar doe er toch iets aan! Zeg toch wat je al heel de tijd wil zeggen! Je vergeet dat je naar een toneelstuk kijkt. Achter Tsjechovs tekst hoor je het gekanker van elke dag. De prietpraat die in ontelbare café’s aan de toog wordt verkocht. De wereldverbeteraars die steeds maar bijeenkomen om te zeggen hoe slecht de wereld er aan toe is. Tsjechov wist het al: het eindigt zoals het begon: neem een stoel, ga zitten, het gaat wel over. Intussen heb je wel een buitengewoon knappe, ongelooflijk absurde komedie meegemaakt.

Met Hans Van Dam, Ruth Bequart, Ariane Van Vliet, Gilda De Bal, Vic De Wachter, Tom De Wispelaere, Jos Van Gorp, Kristin Arras.


Tot 19 december 2003 op reis.

Info: Toneelhuis, 03/224.88.44 of www.toneelhuis.be

Dit artikel werd reeds 340 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel