| De curator komt! | 15 September 2003 |
Het Theaterfestival 2003 is, na zeventien jaar, het laatste volgens de geijkte formule, waarbij een jury van recensenten en andere “kenners” de producties nomineren die in aanmerking komen voor het feestelijke gebeuren eind augustus, begin september in België en Nederland. In België heeft deze gebeurtenis alternerend plaats in Antwerpen, Brussel of Gent. Dit jaar was het in Antwerpen (deSingel, HetPaleis en Monty) en de aankondiging door Arthur Sonnen, Jerry Aerts en Roel Verniers, dat vanaf volgend jaar, één iemand, een curator, de selectie zal doen – eigenlijk twee curatoren: één voor het volwassenentoneel en één voor het jongerentheater – is op de persontmoeting daaromtrent niet bepaald gunstig onthaald. Er werd door sommigen nogal emotioneel, met weinig takt en met nog minder argumenten gereageerd en vooral geprotesteerd.
Het protest heeft nog een vervolg gekregen in de pers. Het Nederlandse theatertijdschrift TM (Theatermaker), was er heel vlug bij om een pamflet tegen de afschaffing van het jurysysteem te publiceren, ondertekend door ex-juryleden uit Noord en Zuid en vertegenwoordigers van gezelschappen of organisaties. In dezelfde TM kon ook Arthur Sonnen, de peetvader van het Festival zeg maar, zijn zeg doen en zich zo goed als het ging verdedigen. Maar hoe verdedig je een verandering die al een hele tijd in de lucht hangt en die, aldus Sonnen, het Theaterfestival een tweede jeugd moet geven?
Het perscommuniqué van 18 augustus was duidelijk: het werd steeds moeilijker om een jury samen te stellen en het werd moeilijker om de nagestreefde objectiviteit waar te maken. Ook werd de selectie: “die weliswaar ondersteund werd door een uitvoerig juryrapport, als te weinig ‘scherp’ ervaren, teveel een compromis en daarmee te weinig persoonlijk”. Daarom werd na overleg met de besturen in Nederland en Vlaanderen besloten een “avontuurlijker richting in te slaan met een meer subjectieve benadering”.
En daar zijn een aantal ex-juryleden, publicisten en leiders van enkele Vlaamse gezelschappen het niet mee eens. In het opiniestuk “De remedie is erger dan de kwaal”, eerst in TM, dan in De Standaard (10.09.) wordt de juryformule verdedigd omdat deze het onderhandelen bevordert, een discussie op gang kan brengen, en de mogelijkheid biedt de jury op haar keuzes aan te spreken, wat kan beschouwd worden als een oefening in democratie. Met een curator (of met twee curatoren) is er verlies aan democratie, aldus de stellers van het “pamflet”.
De hele kwestie lijkt nogal opgeschroefd. De democratie is niet in gevaar omdat vooraf niet de mening van Jan en alleman werd gevraagd. Dat een curator, net als een jury, niet in staat zal zijn het hele theaterlandschap van Noord en Zuid te overzien, is evident. Maar het is niet zo, dat een curator niet op zijn keuzes kan worden aangesproken. Valt de curator in zijn subjectieve selectie echt tegen, dan krijgt hij (of zij) kilo’s kritiek te verwerken en kan hij (zij) niet rekenen op een tweede kans. Het is echter nog niet gebeurd dat een jury geen krediet meer kreeg omdat de selectie niet de algemene goedkeuring van de makers en van het publiek (en het is toch het publiek dat uiteindelijk oordeelt of zou moeten oordelen) wegdroeg. Een jury treedt trouwens op als een groep en is anoniem. Een curator heeft een naam.
Zeer verwonderlijk is, dat een niet gering aantal theaterkenners bang is voor verandering en voor het avontuurlijke dat de nieuwe formule inhoudt. Even verwonderlijk is het dat er blijkbaar ineens geen andere problemen meer aan te kaarten zijn dan het zogezegd werkloos worden van juryleden, die toch al een welgevulde dagtaak hebben. Veel dringender moet een oplossing gezocht voor het werkloos worden van recensenten, kunstjournalisten zegmaar, die het met almaar minder ruimte voor kunstkritiek in de media moeten stellen. Sinds alles wat des mensen is, als “cultuur” wordt beschouwd, lopen de media er kritiekloos van over. Zelfs Eurosong for kids is tot een niet te missen podiumgebeuren gepromoveerd. Maar kunst blijkt nog altijd een vies woord te zijn, waar je beter niet over spreekt of schrijft. Laat staan dat je er kritisch over doet. Indien theater al een forum voor discussie moet bieden, dan moet het maar daar eens over gaan: over het teveel aan vrijblijvende informatie in de media en het tekort aan achtergrondartikels, analyses en consequente standpunten.
Het is maar goed dat het Theaterfestival in Antwerpen daar via nevenactiviteiten aandacht voor had. Trouwens, op bepaalde dagen was het randgebeuren boeiender dan de geselecteerde voorstellingen. Benieuwd wat een curator daar mee doet.
Wie wat lectuur over het voorbije zeventiende Theaterfestival wil, kan een klein dossier inkijken waarin opgenomen:
|
| Dit artikel werd reeds 133 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|