Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Interview - Een Happy Hour met Johan Heldenbergh 28 Januari 2002

Johan Heldenbergh
De speler is een groep. Zeker wat Theater Zuidpool betreft, dat dit seizoen met een vernieuwde ploeg is gestart vanuit een andere visie op "repertoiretheater". Acteurs en actrices zullen niet enkel acteren, maar ook regisseren, kostuums of decors ontwerpen, teksten schrijven of vertalen. Een veelzijdigheid die al doende haar kwaliteiten zal dienen te bewijzen. Vandaar dat de spelers contracten hebben voor een langere duur, wat ook al uitzonderlijk is in het huidige theaterbestel.



Na Jan Steen en Marijke Pinoy is het nu aan Johan Heldenbergh om de groep te leiden of liever te begeleiden. Een gesprek.

Was het al langer uw ambitie om te regisseren?

Johan Heldenbergh: Tijdens mijn opleiding aan Studio Herman Teirlinck, dacht ik wel eens dat regisseren me beter zou uitkomen, maar eigenlijk was dat meer een vlucht om niet met mezelf als toneelstudent geconfronteerd te worden. Ik heb ook ooit les gegeven op een paar academies en me zelf snel de wijze raad gegeven dat niet meer te doen, omdat ik daar niet goed in ben. Intussen weet ik ook dat lesgeven en regisseren totaal verschillend zijn. Regisseren heeft, zeker als je met goede acteurs werkt, niets te maken met het proberen te overhalen van spelers om dingen te doen, het heeft alles te maken met hoe de voorstelling er uit zal zien, wat we willen vertellen en hoe. Maar echte ambitie is regisseren niet. Ik ben naar de toneelopleiding gegaan met de bedoeling te leren spelen, (met nadruk) ik ben een speler.

Daar hebben we een staaltje van gezien in "Oom Vanja" van Tsjechov waar u een originele interpretatie gaf aan een moederrol.

Heldenbergh: Ik had twee jaar getoerd met "Allemaal indiaan" van Arne Sierens en Alain Platel, en hoe uitstekend ik mij ook in die productie had gevoeld, ik zat boordevol energie om eens iets anders te doen. Ik mocht naar Theater Zuidpool en we begonnen meteen met "Oom Vanja". Daar zitten heel wat mooie rollen in, de dokter, Vanja zelf, maar uiteindelijk moest ik de oude mémé spelen en ik was een beetje ontgoocheld. Ik heb dan al mijn energie gebruikt om van die vrouw iets speciaals te maken en het resultaat heeft meer te maken gehad met het teveel aan energie dan aan een weldoordachte aanpak van die rol. Ik wilde vertrekken vanuit een duidelijk beeld van die mama en ik dacht aan iemand met veel vrije tijd die heel hard bezig is met alles en nog wat en ook met Tai chi en zo van die dingen, om maar niet te moeten ervaren dat haar leven net als dat van Vanja, nutteloos is geweest.
Die vertolking heeft heel veel discussies losgeweekt bij het publiek en ook in de pers ben ik daar voor aangepakt. Maar die mozaïek van alle mogelijke mémé's was echt het product van Johan de speler, die overloopt van energie en niet bang is zich bloot te geven.

Hoe bent u er toe gekomen als regiedebuut "'t Schemert" van Mamet te nemen ?

Heldenbergh: Ik ben ongelooflijk sterk gefascineerd door film en ik vind Mamet niet alleen een groot toneelauteur, maar zeker één van de beste scenarioschrijvers ter wereld. Zijn script voor "The untouchables" is gewoon fantastisch. Dus dacht ik aan een tekst van Mamet die hier nog niet was gespeeld en tegelijk tegemoet kwam aan mijn filmische fantasie. Bob Snijers bracht korte scènes mee die Mamet ooit publiceerde, maar zelf nooit heeft gebruikt. Er was eerst twijfel over wat we daarmee konden aanvangen tot onze artistieke directeur, Koen De Sutter, de knoop heeft doorgehakt en mij de opdracht gaf er voor te zitten.

Wat geeft uiteindelijk de doorslag: de auteur, het stuk of het soort theater dat u wil maken?

Heldenbergh: Iedere theatermaker heeft zijn liefdes, zijn fantasieën, maar uiteindelijk kies je voor welk theater je wil maken en van daaruit ga je op zoek naar wat je wil vertellen. Ik ben in mijn uitlatingen soms nogal cynisch en Mamet is dat ook. Dat weggaan van het naturalisme na de stukken van Sierens, was voor mij gewoon heel plezant om te doen. Ik beschouw theater als een bestendige toneelschool, we moeten er als theatermakers blijven aan werken. Blijven zoeken naar andere repertoires.

Wat heeft een theatermaker nu nog te vertellen aan de wereld ?

Heldenbergh: Theater heeft een sociale functie, daar kan je niet onderuit. Eind jaren zeventig heeft men gezegd we doen daar niet meer aan mee en heeft men in het theater het kind met het badwater weggegooid. Goed theater pakt die functie weer op, zonder dat het "vormingstheater" wordt. Goed theater gaat er over hoe mijn relatie is met mijn partner, mijn familie, mijn vrienden en kennissen en de wereld. We leven wel in een beeldcultuur maar we mogen niet nalaten op zoek te gaan naar het wat en hoe van teksttheater. Daarom vond ik bijvoorbeeld "Allemaal indiaan" zo goed, omdat daarin theater en het sociale aspect ervan, zo perfect samen gaan.

U werd als acteur voor het eerst opgemerkt in de televisiereeks "Ons Geluk" van VTM. Was dat voor u een definitieve erkenning ?

Heldenbergh: Daardoor ben ik bij een breed publiek bekend geworden. Ik word herkend op straat. Maar voor het theater ben je met die bekendheid zeer weinig. Ik denk niet dat men weet wie Johan Heldenbergh is, de mensen spreken mij aan met René Hox. Persoonlijk heb ik aan die serie veel gehad natuurlijk. Maar een direct verband met theater zie ik daar niet in, vooral ook omdat ik in mijzelf een beetje ontgoocheld was. Maar hoe langer het geleden is, met hoe mooiere gevoelens ik aan die periode terugdenk.

Een filmcarrière zegt u niets ?

Heldenbergh: Och, wat is dat een filmcarrière in Vlaanderen ? Ik ben er niet mee bezig. De mensen met wie ik zou willen werken vragen mij niet, en diegenen met wie ik liever niet zou werken, vragen mij ook niet. Ik heb ook nooit de keuze moeten maken. Na "Ons Geluk" heeft mij niemand gebeld. Trouwens ik zat dan boordevol energie om weer theater te doen, en daar teer ik nog altijd op.

U bent samen met de actrice Joke Devynck, die bekend is van de VRT-reeks "Flikken". Bestaat er voor een acteurskoppel nog een leven buiten theater en tv. ?

Heldenbergh: Joke is momenteel met Tita bezig, ons onlangs geboren dochtertje, en ik werk bij Zuidpool, maar theater speelt bij ons thuis niet een zo grote rol. Ik neem mijn werk niet mee naar huis. We hebben alle twee onze hobby's. Joke beeldhouwt en tekent en ik heb mijn videocollectie. Ik zie bijna alle films in alle genres die op de markt komen, ook omdat ik de ambitie heb ooit met een paar vrienden zelf een film te maken, iets onnozels misschien, maar we zullen het doen, voor de fun.

Hoe kan men zich als individualist in een "collectief" als Zuidpool waarmaken?

Heldenbergh: We zijn het in Theater Zuidpool heel zelden eens wanneer we bijvoorbeeld naar een voorstelling zijn gaan kijken. Maar belangrijk is, dat bij alles wat we zelf realiseren iedereen heel sterk betrokken is, ook die spelers die op de scène geen rol te vertolken hebben.


Foto: Kurt Van der Elst

Dit artikel werd reeds 414 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel