Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Verraderlijke spiegels in Het kouwe kind. 2 Juli 2003

Van Marius von Mayenburg (° 1972) speelde het Toneelhuis in 2000-2001 Brandbakkes (Nederlandse vertaling van Jan Van Dyck van Feuergesicht), waarin, zoals in nog andere stukken van deze schrijver, de "familie" te kijk staat. Von Mayenburg schrijft "boosaardige farces", zo werd zijn werk al getypeerd. De jonge Limburgse toneelgroep De Queeste speelde van hem Haarmann, over een seriemoordenaar en kanibaal die het vooral op jongetjes gemunt had. Tot op zekere hoogte ook een familiedrama, evenals Parasieten, dat gespeeld werd door KVS-de bottelarij. Het kouwe kind (vertaling van Jan Van Dyck van Das kalte Kind), gaat duidelijk in de richting van een boosaardig sprookje. De mensen die hij tekent zijn geen armoezaaiers. Het zijn mensen die zich veel kunnen veroorloven: dure bars, de betere restaurants. Het gaat in dit stuk ook over toevallige ontmoetingen en hoe deze ontsporen en eindigen in drek, in toiletten, in banaliteiten en agressiviteit. Het huwelijk, een kind, dromen van een mooie job, het wordt allemaal niets. Losers over de hele lijn. Uitzichtloze komedie.

Het merkwaardige in de regie van Luk Perceval zit om te beginnen in het gebruik van spiegels. Von Mayenburg is in zijn tekst zeer karig met regieaanwijzingen. Nergens suggereert hij spiegels. Perceval vult er de scène mee en dwingt op die manier de personages naar zichzelf te kijken ("spiegeltje, spiegeltje aan de wand...) en meteen laat hij het publiek meekijken wat er achter de rug van de spelers gebeurt. Het gaat zo ver dat het publiek zich op een bepaald ogenblik zelf weerspiegeld ziet en niet alleen voyeur maar ook lotgenoot wordt. Men zegt wel eens dat het theater een spiegel is van de maatschappij. Dit is hier letterlijk op te vatten. In Het kouwe kind wordt het burgerlijk fatsoen weerspiegeld en dat is allesbehalve een vleiend spiegelbeeld.

Een ander boeiend aspect van de productie is het feit dat Perceval zijn spelers laat spelen langs een afgrond. De Bourlaschouwburg werd voor de gelegenheid grondig aangepast. Het publiek zit op de balkons en de spelers spelen op een verhoogde scène terwijl de parterre bezaaid is met dozen die de slag moeten breken bij het vallen. Dat vallen valt mee en je vraagt je dan ook af of dit deel van het decor wel zo uitgebreid moest zijn.

Het wankel evenwicht van de personages is duidelijk door de schrijver bedoeld. In een interview met Geert Sels van De Standaard zegt de schrijver dat hij het wil hebben over het conflict dat binnenin de mens zit en waar geen oplossing voor te vinden is: "Ik zoek het in situaties waar de mensen dicht bij elkaar staan... Ze moeten hun evenwicht elke dag opnieuw bedingen". Bedingen en bedwingen van een evenwicht. Dit is in Het kouwe kind zowel letterlijk als figuurlijk op te vatten.

En dan is er natuurlijk nog de taal, de verbale humor die drijft op een relativerende gestiek. "Veel komedies vind ik flauw", zegt Luk Perceval bij Eddie Vaes (in 03 van 17.06.2003), "omdat ze niet verder gaan dan het uitdiepen van cafémoppen... Von Mayenburg knoopt aan bij een traditie in het Duitse taalgebied, gekenmerkt door cynisme zoals in de stukken van Werner Schwab, waar ik heel erg van hou". In Duitsland liet Perceval het stuk spelen in een Duits dialect, in Antwerpen mengt hij Westvlaamse klanken met andere tongvallen en creëert een doordeweekse maar gemeenschappelijke taal, zoals mensen uit verschillende streken doen die met elkaar toevallig in gesprek komen. Maar het komische zit hem niet in de klankkleur maar in het gemene dat mensen tegen elkaar durven zeggen en dat je als komisch ervaart omdat je het daar niet verwacht.

Van Het kouwe kind gaat een sterke dynamiek uit. Het bewegingspatroon is zeer gevarieerd en draagt er in niet geringe mate toe bij dat deze productie je bijblijft.

Voor zover nu bekend wordt Het kouwe kind niet hernomen.

Info: www.toneelhuis.be

Dit artikel werd reeds 150 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel