| Verraderlijke spiegels in Het kouwe kind. | 2 Juli 2003 |
Van Marius von Mayenburg (° 1972) speelde het Toneelhuis in 2000-2001
Brandbakkes (Nederlandse vertaling van Jan Van Dyck van Feuergesicht),
waarin, zoals in nog andere stukken van deze schrijver, de "familie" te kijk
staat. Von Mayenburg schrijft "boosaardige farces", zo werd zijn werk al
getypeerd. De jonge Limburgse toneelgroep De Queeste speelde van hem
Haarmann, over een seriemoordenaar en kanibaal die het vooral op jongetjes
gemunt had. Tot op zekere hoogte ook een familiedrama, evenals Parasieten,
dat gespeeld werd door KVS-de bottelarij. Het kouwe kind (vertaling van Jan
Van Dyck van Das kalte Kind), gaat duidelijk in de richting van een
boosaardig sprookje. De mensen die hij tekent zijn geen armoezaaiers. Het
zijn mensen die zich veel kunnen veroorloven: dure bars, de betere
restaurants. Het gaat in dit stuk ook over toevallige ontmoetingen en hoe
deze ontsporen en eindigen in drek, in toiletten, in banaliteiten en
agressiviteit. Het huwelijk, een kind, dromen van een mooie job, het wordt
allemaal niets. Losers over de hele lijn. Uitzichtloze komedie.
Het merkwaardige in de regie van Luk Perceval zit om te beginnen in het
gebruik van spiegels. Von Mayenburg is in zijn tekst zeer karig met
regieaanwijzingen. Nergens suggereert hij spiegels. Perceval vult er de
scène mee en dwingt op die manier de personages naar zichzelf te kijken
("spiegeltje, spiegeltje aan de wand...) en meteen laat hij het publiek
meekijken wat er achter de rug van de spelers gebeurt. Het gaat zo ver dat
het publiek zich op een bepaald ogenblik zelf weerspiegeld ziet en niet
alleen voyeur maar ook lotgenoot wordt. Men zegt wel eens dat het theater
een spiegel is van de maatschappij. Dit is hier letterlijk op te vatten. In
Het kouwe kind wordt het burgerlijk fatsoen weerspiegeld en dat is
allesbehalve een vleiend spiegelbeeld.
Een ander boeiend aspect van de productie is het feit dat Perceval zijn
spelers laat spelen langs een afgrond. De Bourlaschouwburg werd voor de
gelegenheid grondig aangepast. Het publiek zit op de balkons en de spelers
spelen op een verhoogde scène terwijl de parterre bezaaid is met dozen die
de slag moeten breken bij het vallen. Dat vallen valt mee en je vraagt je
dan ook af of dit deel van het decor wel zo uitgebreid moest zijn.
Het wankel evenwicht van de personages is duidelijk door de schrijver
bedoeld. In een interview met Geert Sels van De Standaard zegt de schrijver
dat hij het wil hebben over het conflict dat binnenin de mens zit en waar
geen oplossing voor te vinden is: "Ik zoek het in situaties waar de mensen
dicht bij elkaar staan... Ze moeten hun evenwicht elke dag opnieuw
bedingen". Bedingen en bedwingen van een evenwicht. Dit is in Het kouwe kind
zowel letterlijk als figuurlijk op te vatten.
En dan is er natuurlijk nog de taal, de verbale humor die drijft op een
relativerende gestiek. "Veel komedies vind ik flauw", zegt Luk Perceval bij
Eddie Vaes (in 03 van 17.06.2003), "omdat ze niet verder gaan dan het
uitdiepen van cafémoppen... Von Mayenburg knoopt aan bij een traditie in het
Duitse taalgebied, gekenmerkt door cynisme zoals in de stukken van Werner
Schwab, waar ik heel erg van hou". In Duitsland liet Perceval het stuk
spelen in een Duits dialect, in Antwerpen mengt hij Westvlaamse klanken met
andere tongvallen en creëert een doordeweekse maar gemeenschappelijke taal,
zoals mensen uit verschillende streken doen die met elkaar toevallig in
gesprek komen. Maar het komische zit hem niet in de klankkleur maar in het
gemene dat mensen tegen elkaar durven zeggen en dat je als komisch ervaart
omdat je het daar niet verwacht.
Van Het kouwe kind gaat een sterke dynamiek uit. Het bewegingspatroon is
zeer gevarieerd en draagt er in niet geringe mate toe bij dat deze productie
je bijblijft.
Voor zover nu bekend wordt Het kouwe kind niet hernomen.
Info: www.toneelhuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 150 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|